Gatsby en heeft eigenlijk maar weinig met het verhaal te maken. De roman vertelt hoe Jay Gatsby probeert zijn jeugdliefde Daisy terug te winnen. Hij zou niets liever doen dan teruggaan naar het verleden, maar in plaats daarvan wordt hij doodgeschoten als gevolg van een raar misverstand.
Het idee dat de tijd niet van het verleden naar de toekomst stroomt maar de andere kant op, had Fitzgerald van de Franse proto-existentialistische filosoof Henri Bergson, die in de jaren twintig in de mode was en de Nobelprijs voor de literatuur kreeg. Fitzgerald had de bombastische slotzin kunnen weglaten zonder schade te doen aan zijn boek, maar dat Bergsons theorieën over ‘temps’ en ‘durée’ hem fascineerden, is goed te begrijpen. Hij schreef romans. Het ging hem om het verband tussen de drijfveren en het lot van zijn personages. De ervaring van een afzonderlijk mens (het onderwerp van de literatuur) is heel anders dan die van de mensheid in het algemeen. De mensheid is op weg van een primitieve oertijd naar een al of niet glanzende toekomst. Voor een mens die ouder wordt is er steeds minder toekomst en meer verleden. Je spoelt langzaam maar zeker terug, om Bergsons beeldspraak aan te houden.
Jay Gatsby spoelt ook letterlijk terug. Hij wordt doodgeschoten in zijn zwembad. Gatsby is een nouveau riche die op mysterieuze wijze zijn fortuin heeft gemaakt, en zijn plan om met zijn grote landhuis en zijn wekelijkse buitensporige feesten indruk te maken op zijn jeugdliefde Daisy is tot mislukken gedoemd. Om Gatsby zijn bekomst te geven, moet Fitzgerald een ingewikkelde kunstgreep uithalen.
Gatsby houdt nog steeds van Daisy, die intussen al jaren is getrouwd met de steenrijke Tom. Tom heeft een verhouding met Myrtle, de vrouw van garagehouder Wilson, die elke drieduizend mijl Toms olie ververst. Ze wonen op Long Island. Gatsby heeft zijn landhuis speciaal gekocht om bij Daisy in de buurt te kunnen zijn. Op een middag maken Gatsby, Tom, Daisy en twee vrienden, Jordan en Nick (de verteller van de roman) een uitstapje naar New York. Ze gaan met twee auto's, de gele van Gatsby en de blauwe van Tom. Die zegt in een opwelling tegen Gatsby: ik rij jouw auto wel. Gatsby zegt: ik geloof niet dat ik genoeg benzine heb. Geeft niet, zegt Tom, en hij tankt onderweg bij de garage van Wilson. Myrtle ziet de auto (de gele!) vanuit een bovenraam. In New York wordt veel gedronken en ruzie gemaakt. Gatsby zegt dat Daisy van hem en niet van Tom houdt. Daisy bevestigt dit. Gatsby gaat een stap te ver en zegt dat Daisy ook in het verleden nooit van Tom heeft gehouden. Tom protesteert. Daisy raakt in de war. Tom insinueert dat Gatsby op duistere wijze aan zijn geld is gekomen. Gatsby protesteert. Daisy zegt tegen hem: ik hou nu van je. Is dat niet genoeg? Nu raakt Gatsby in de war. Tom denkt dat hij gewonnen heeft en laat Daisy en Gatsby samen terugrijden naar Long Island, in Gatsby's gele auto.
Intussen vermoedt garagehouder Wilson dat zijn vrouw Myrtle hem ontrouw is, maar hij weet niet met wie. Ze maken ruzie en Myrtle vlucht naar buiten. Het is nu avond. De gele auto van Gatsby komt voorbij. Myrtle denkt dat het Tom is en rent de straat op. De bestuurder van de gele auto herkent haar niet. Hij probeert haar te ontwijken, maar dat lukt niet doordat er een tegenligger aankomt. De gele auto knalt tegen Myrtle op en rijdt met volle vaart door.
Myrtle is op slag dood. Nick, de verteller, vraagt later boos aan Gatsby waarom hij is doorgereden. Gatsby onthult dat Daisy achter het stuur zat, maar dat hij de schuld op zich zal nemen om haar te beschermen. Garagehouder Wilson gaat eerst naar Toms huis, met zijn revolver op zak, omdat hij eerder op de dag Tom in de gele auto heeft gezien. Tom vertelt hem dat Gatsby de eigenaar is. Wilson schiet Gatsby dood, en daarna zichzelf. Daisy komt niet naar Gatsby's begrafenis. Ze heeft het weer goedgemaakt met Tom.
Fitzgerald had een tragische kijk op het leven. In de zomer van 1924, toen zijn literaire voorbeeld Joseph Conrad overleed, was Fitzgerald in een hotel aan de Rivièra bezig aan The Great Gatsby. Toen hij het nieuws hoorde, klom hij op zijn balkon en brulde met wanhopig melodrama over de Middellandse Zee: ‘Conrad is dead!’