Hollands Maandblad. Jaargang 2006 (698-709)(2006)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Hun laatste groot alarm Jos Versteegen I De grote ketel in de stalhoek: houthompen, vuur en dampend water. Hij zou in sprookjes niet misstaan om jonge meisjes in te stoven. Zij stort er lakens in, die bollen, verdrinkt ze met een grote stok en stampt ons voetenvuil en zweet en oogvocht murw, zodat het loslaat en in de zinken emmer stroomt, het voorportaal van grup en put. Spookdromen, kom maar op. Ja vos die in mijn deken woont, heus wolf die op mijn kussen ligt - je ruikt straks net als ik naar groene zeep. [pagina 15] [p. 15] II Ze draait gehakt, ze maakt van vlees en vet een soort van regenwormen, rood-witte minislangen uit de mond van onze tafelmolen, die afbreken en vallen in een groen geëmailleerde kom. Het is oktober en zij stopt worst, schort voor, bloederige schoot. De winter, en de braadlucht in mijn trui. Ik denk aan roze dieren wanneer zij in het darmvlies prikt: zij sissen, spuwen naar de vork. Het is hun laatste groot alarm. [pagina 16] [p. 16] Vorige Volgende