| |
| |
| |
De zaak Osama bin L.
door Antoine de Kom
Verdachte staat zwijgend in de deuropening. Hij is lang, slank. Hij kijkt mij zelfverzekerd en kalm aan. Hij blijft mij aankijken wanneer ik mij voorstel. Zijn handdruk is koel, mechanisch en week. Verdachte is de rust zelve. Hij gaat op de hoge stoel zitten; voor mij blijft de lage over. Verdachte praat zo zacht dat ik moeite heb hem te verstaan. Terwijl hij spreekt, lijkt zijn blik af en toe naar de verte te dwalen. Hij ziet er vermoeid en getekend uit. Verdachte begint ongevraagd een lange monoloog.
Aan verdachte worden terroristische aanslagen met talrijke dodelijke slachtoffers en pogingen daartoe ten laste gelegd. Hij heeft via de media zijn betrokkenheid bij diverse van deze misdrijven bekend, maar geeft mij te kennen dat hij de westerse rechter als niet-bevoegd beschouwt. Hij weigert onderzocht te worden en wil het louter over zijn roeping hebben. Het is echter mijn taak te onderzoeken of verdachte vanuit een stoornis handelde of dat het om een welbewuste keuze ging. Ik zal politiek en religie vanuit dat perspectief betrekken in mijn onderzoek.
Verdachte spreekt zacht, maar wat hij zegt is uitermate agressief. Alles draait om wat hij de ‘vernedering van de islamitische natie’ noemt. Die vernedering voert hem terug naar de tijd van de kruistochten. Tot zover kan ik hem volgen. Verdachte uit zich niet alleen antichristelijk maar ook zeer antisemitisch. Hij wil Israël en de Verenigde Staten te lijf omdat zij beide naar zijn mening heilige plaatsen hebben bezet, en het Arabische schiereiland - eigenlijk de gehele ‘islamitische natie’ - al moordend willen vernederen. Hij waarschuwt andere landen zich niet bij zijn doodsvijanden aan te sluiten op straffe van aanslagen. ‘Als wij ons tegen hun terreur verdedigen dan noemen ze ons “terroristen”.’ Verdachte wil een ‘balance of terror’ nu het toch tot een ‘botsing tussen beschavingen’ moet komen. Hij wil zijn vijanden zoveel mogelijk leed aandoen en de moslims opwekken. Als ik hem vraag hoe zijn moorddadige plannen met de islam te verenigen zijn, doorspekt hij zijn theologische redenering met meer politieke dan religieuze argumenten.
Verdachte heeft het air van een profeet. Hij leeft in strenge soberheid en gaat armelijk gekleed. In zijn vertrek heeft hij slechts enkele oude theologische boeken en wat papier. Verdachte drinkt veel water en thee. Het personeel heeft waargenomen dat hij de gewoonte heeft om op de grond te slapen. Hij bidt veel vaker dan de regels van zijn geloof vereisen.
Verdachte volgt het wereldnieuws op de voet. Tijdens mijn observaties staat geregeld cnn aan. Hij zit er geeuwend naar te kijken: ‘Wij lijden nog steeds onder de wonden die door de oorlogen van de kruisvaarders aan de islamitische wereld in de vorige eeuw zijn toegebracht en door de koloniale machten die de moslimwereld onder elkaar hebben verdeeld in fragmenten.’ Hij trekt die lijn door naar Bush en Blair en stelt dat zij uit zijn op de vernietiging en plundering van de moslims.
Zelden komt hij uit zijn kamer. Onder de cliënten in onze kliniek zijn veel
| |
| |
moslims. Hij laat geen kans voorbijgaan zijn boodschap uit te dragen. Enkele dagen na zijn komst had zich in de binnentuin een kleine menigte om hem heen verzameld. Hoewel menige cliënt schande spreekt van verdachtes extremistische uitlatingen en delicten, is te merken dat er grote aantrekkingskracht van hem uitgaat. Een van de cliënten zei me: ‘Hij is zo hoffelijk, uit zijn ogen stroomt liefde. Hij is steenrijk maar leeft als een arme man, hij voetbalt met ons, hoe kan het dat hij zulke verschrikkelijke dingen heeft gedaan?’
Die vraag heb ik verdachte voorgelegd. Hij herhaalde zijn politieke standpunt. Hij blijft weigeren verder te spreken over zijn eigen persoon.
Vandaag is milieuonderzoeker Peter Bergen na een lange reis teruggekeerd in de kliniek. Hij heeft talrijke referenten gesproken en veel materiaal verzameld. Hij meldt dat er eerder is gerapporteerd over verdachte door de Amerikaanse psychiater Jerrold M. Post, die ook werkzaam was voor de cia. Ik had al diens cursus over persoonlijkheid en politiek gedrag te New York gevolgd, en heb nu ook zijn rapport bestudeerd.
Post wijst op verdachtes puissant rijke vader die omkwam bij een vliegtuigongeluk. Verdachte was toen tien jaar oud, en de zeventiende zoon. (De vader had volgens Bergen naar schatting twintig vrouwen gehuwd, en minstens vijfentwintig zonen en negenentwintig dochters verwekt.) Verdachte was het enige kind van zijn vader bij verdachtes moeder. Zij was volgens Post bij zijn vader als vrouw het minst geliefd, en wordt door Post beschreven als knap en begiftigd met een onafhankelijke geest waardoor zij vaak in conflict kwam met haar man. Toen verdachte werd geboren was zijn moeder al uitgestoten door de familie en werd ‘de slavin’ genoemd. Verdachte kreeg de bijnaam ‘zoon van de slavin’. Verdachte zou gedurende zijn vroege levensjaren nauwelijks contact met zijn moeder hebben gehad, aldus Post (zie echter Bergen hierna).
Ik heb dagen nodig gehad om alle informatie die door Bergen is aangedragen te verwerken. Ondertussen krijg ik de indruk dat verdachte een leven wil leiden dat sterk lijkt op dat van de profeet. Ik raadpleeg Barnaby Rogersons The prophet Muhammad en lees over een begaafde, verlegen, eenvoudig en vooral weerbaar man, die strijd voor Gods woord en de openbaringen, arm is met de armen, zonder bodyguards leeft, toegankelijk en gastvrij, die kon genieten van vrouwen, vlees en lekkere luchtjes. Verdachte is weliswaar liefhebber van paardrijden en van poëzie, maar is voornamelijk in de contramine. Hij leefde zo ascetisch dat een van zijn zonen en een van zijn vrouwen er niet meer tegen konden en vertrokken.
Hoe kan ik verdachtes zachte stemgeluid en ascese rijmen met zijn agressieve taal, zijn plannen en daden? Waarom zijn die tegen de staat Israël en de Verenigde Staten gericht? Welke risico's lopen wij in Nederland? Verdachte spreekt dreigend over een langdurige strijd. Hij wil de vijand zoveel mogelijk raken en tegelijk de moslims opwekken. ‘Jullie hebben je onvoldoende voorbereid op nieuwe gevaren. Dit is het strategische voordeel van de “islamitische natie”,’ verklaart hij.
Dat is opvallend. Verdachte spreekt alsof hij een groot staatsman is met een groot rijk dat hij verdedigt. Hoe kan iemand zo worden? Het beeld dat van hem als adolescent naar voren komt, is heel anders. Hij wordt beschreven als een vredige, verlegen, vrome, prekerige, voorzichtige en oplettende jongen. Hij was dol op de bergen en op paardrijden. Als moslim was hij streng en vastte op maandag en donderdag, net zoals de profeet, aldus een vriend. Verdachte had
| |
| |
veel over voor de armen, en hij bleef maar zeggen dat zijn generatie krachtiger, ontwikkelder en toegewijder moest worden om Palestina terug te krijgen. Een leraar beschrijft hem als elfjarige als middelmatig in zijn topklas, maar wel buitengewoon hoffelijk. Ondanks zijn zelfverzekerde glimlach trad hij niet op de voorgrond.
Verdachte heeft op 23-jarige leeftijd met zijn mondaine oudste (half)broer Salem Zweden bezocht. Een referent beschrijft hen als badend in weelde, gekleed in dure merkkleding, voorzien van juwelen en rondrijdend in een Rolls-Royce die zij zorgeloos fout parkeerden: ze vonden het zo leuk om met de politie te praten. Dit is echter niet maatgevend. Salem zou als hoofd van de familie overwicht op verdachte hebben gehad. In die tijd was verdachte nog niet anti-Amerikaans gezind. Verdachtes neiging tot ascese is een duurzame houding, die veel weg heeft van een karaktertrek.
De vader van verdachte wordt getypeerd als een ambitieuze parvenu met slechts één oog en het uiterlijk van de ruwe arbeider. Hij had het gebracht tot groot bouwer, en scheidde voortdurend om telkens een nieuwe vrouw te kunnen trouwen. Hij had er nooit meer dan vier tegelijk. Zijn bedrijf ontwikkelde zich tot een internationaal conglomeraat van ondernemingen, actief op tal van terreinen waaronder telecommunicatie en chemicaliën. Verdachte zou zijn vader hebben geïdealiseerd terwijl hij hem feitelijk weinig zag. De vader was een vriend van de Saudische koning, en zal in de ogen van verdachte niet alleen dicht bij de koning hebben gestaan maar ook dicht bij God. Vader bad op één dag in drie heilige plaatsen, Mekka, Medina en Jeruzalem, dankzij zijn vliegtuig. Verdachte heeft volgens Bergen ongeveer 20 miljoen dollar geërfd, en naar mijn mening ook het besef in hoge kringen te verkeren.
De band die verdachte met zijn moeder heeft wordt erg nauw genoemd.
| |
| |
Een jeugdvriend vertelt dat verdachte altijd erg gehoorzaam was, meer dan zijn (half)broers en (half)zusters. Nooit verhief hij zijn stem tegenover haar. Altijd lachte hij haar toe, kuste haar handen en voeten, alsof hij haar slaaf was. Hij vroeg haar voortdurend van alles over wat ze deed en daarom is ze zo dol op hem volgens deze referent, hoewel ze verdachtes daden zou afkeuren. Moeder scheidde van vader na verdachtes geboorte. De jonge Osama ging met haar en haar nieuwe echtgenoot in een betrekkelijk eenvoudige buurt wonen. Hij kreeg er drie halfbroers en een halfzus bij.
Verdachte geeft op dit alles geen reactie.
Ik kom tot nieuwe vragen. Verdachte paart zijn ascese aan berekenende, georganiseerde, gepolitiseerde agressiviteit. Hij streeft kennelijk naar charismatisch en profetisch aandoend leiderschap. Hoe is dat te begrijpen vanuit zijn jeugd? Verdachte groeide op als jongen met een bijzondere, steenrijke achtergrond maar werd gemarginaliseerd naar een stiefgezin dat was gehuisvest in een relatief eenvoudige buurt. Heeft hij zijn moeder (te) hooggeacht en willen ontzien?
Is de ascese een wijze van omgaan met zijn onvrede of wrok, die hij tegenover zijn moeder niet kon luchten? En zou hij niet vooral met stille woede tegen zijn verre vader zijn opgegroeid die zich immers van zijn moeder had ontdaan? Klaarblijkelijk heeft verdachtes agressie zich gekanaliseerd in zijn hooghartige, strengreligieuze, ascetische en aanvankelijk louter anti-Israëlische maar nog niet anti-Amerikaanse opstelling. Zou hij zijn gevoel van eigenwaarde, zijn hooghartige identiteit zijn gaan ontlenen aan deze politiek geladen religieuze gedrevenheid? Hij had die van zijn vader overgenomen in de vorm van het salafisme. Streefde hij zijn vader voorbij door zich niet alleen als vrome magnaat met hem te vereenzelvigen maar hem ook, al radicaliserend, als terreurmagnaat in te halen en zelfs na zijn dood nog te beschadigen?
Gisterochtend heb ik verdachte weer bezocht. Hij maakte duidelijk niet te willen praten, keerde zijn rug naar mij toe en zei terloops dat hij eerst met de milieuonderzoeker zou spreken. Op de televisie in de hoek van zijn kamer waren beelden te zien van bombardementen op Libanon. Ineens draaide verdachte zich om en keek mij woedend aan en zei honend: ‘Het bloed van moslims is het goedkoopste van alle bloed! Maar Saladins zwaard druipt van het bloed der ongelovigen!’
Hij zweeg weer toen ik hem om verduidelijking vroeg.
Volgens verdachtes vroegere leraar Engels, Brian Fyfield-Shayler, hebben verdachtes oorlogservaringen in Afghanistan hem doen verworden van een plezierige, charmante student tot wie hij nu is. Mijn collega, de onderzoekend psycholoog, heeft een andere theorie ontvouwd, na diepgaande studie van de recente literatuur over verdachte, over het salafisme en over de jihad. Hem lijkt dat de neofundamentalistische islam in feite is geseculariseerd tot een abstracte, opgerekte geloofsvariant, die niet veel meer is dan een geweldscultus. Verdachte wil die islam bijeenhouden door zijn negatieve evenbeeld (‘Het Westen’) te bestrijden. Hij bevordert de vernietigende suïcide van zijn volgelingen. Verdachte doet een beroep op elke moslim om zich met geweld te weren: suïcidaal verzet wordt zo religie, het martelaarschap een reclameboodschap. Aldus bewijst verdachte zichzelf een dienst: hij ventileert en kanaliseert zijn eigen agressie. Het geweld is in feite angstig, achterdochtig en antiautoritair gericht tegen zijn overleden en daarom onaanraakbare vader, aldus de psycholoog.
| |
| |
Als deze analyse steek houdt, zou dit betekenen dat het ‘Westen’ veeleer kalm, beheerst en dempend moet proberen te reageren op de agressie, en niet met de angstige, wantrouwige en autoritaire houding die de Amerikaanse president kenmerkt. Dat laatste bevestigt het onaanraakbare en versterkt verdachtes woede omdat hij meent op gelijke voet met hem te staan. De analogie die de president trekt tussen de oorlog tegen het terrorisme en de strijd tegen het communisme is even contraproductief. Verdachte en de president delen een catastrofale paranoïde vertekening van de situatie. Beiden projecteren hun agressieve gevoelens op de ander, die daardoor een steeds dreigender vijand lijkt te worden.
Nu ik verdachte niet kan spreken, moet ik het doen met de verzamelde informatie. Ik zal daarmee proberen tot een verantwoorde conclusie en wellicht een advies te komen. Eerst zal ik proberen de rode draad in dit dossier aan te geven. In verdachtes leven is een fasering aan te wijzen. Die fasering is de stapsgewijze en onomkeerbare gang naar mondiale terreur.
Verdachte werd geboren in 1957 te Djedda, nabij Mekka en Medina dus, en volgde in Djedda geheel of gedeeltelijk een opleiding tot civiel ingenieur. Verder heeft hij onderwijs gevolgd in ‘business management’. Hij viel binnen zijn milieu op als veel strenger in het geloof dan gebruikelijk was. Hij werkte hard aan projecten van het familiebedrijf, en at met de arbeiders. Zijn wantrouwen tegen het bewind van koning Fahd werd gewekt door diens besluit in 1979 om de heilige Al Harammoskee te Mekka te heroveren toen die door militante moslims werd bezet.
Onder invloed van de jihadistische geestelijke Abdullah Azzam vervoegde verdachte zich in de jaren tachtig van de vorige eeuw in Pakistan en Afghanistan, waar hij een ‘broederlijke’ bijdrage gaf aan de strijd tegen de Sovjets. Hij leidde een kleine Arabische strijdmacht van enkele honderden mannen die vlak bij
| |
| |
de Pakistaanse grens was gelegerd in al Masada, ‘de leeuwenkuil’. Ze hadden geen schijn van kans tegenover de Russische overmacht maar zagen zichzelf als martelaren. De slag bij Jaji maakte hen in 1987 tot oorlogshelden: ze hielden stand en verdachte veranderde in een zelfverzekerde en gevierde overwinnaar die velen naar de Afghaanse jihad lokte. De slag zou vooral een publiciteitsstunt zijn geweest. Uit deze tijd stammen verdachtes steeds nauwere contacten met de Egyptische jihadisten onder wie Ayman al Zawahiri, destijds praktiserend chirurg te Pesjawar.
Verdachtes relaties met het Saudische koningshuis waren in die dagen nog goed. In 1988 kwam het hoofd van de familie en tevens verdachtes (half)broer, Salem bin Laden, om bij een vliegtuigongeluk te San Antonio, Texas. Dit was een klap voor verdachte. Zijn moeder heeft verklaard dat het was alsof hij een vader had verloren. Volgens de milieuonderzoeker richtte verdachte drie maanden later zijn eigen jihadistische groepering op: al-Qaeda (‘het fundament’, volgens Azzam). Op 10 september 1988 was de organisatie een feit.
In 1990 hield verdachte in een moskee te Djedda zijn eerste anti-Amerikaanse speech: de Arabieren moesten zich tegen de VS keren omdat dit land Israël helpt. Volgens prins Turki al Faisal, voormalig hoofd van de Saudische inlichtingendienst, meende verdachte een leger te kunnen verzamelen teneinde Koeweit te bevrijden van de Irakese bezetting. Verdachte heeft het nooit kunnen verkroppen dat de Saudische regering besloot de Amerikanen te hulp te roepen. Hij, de held van Jaji, werd genegeerd. Hij brak met het Saudische koningshuis en vertrok gekrenkt om nooit meer in zijn vaderland terug te keren. Hij vestigde zich in Sudan, alwaar hij zich aan bouwprojecten en de zonnebloementeelt wijdde. Hij zag in 1992 de zending van Amerikaanse troepen naar Somalië als onderdeel van een Amerikaanse strategie om de islamitische wereld over te nemen.
In die jaren begon een reeks van deels mislukte aanslagen die verdachte thans ten laste worden gelegd. Voorts zijn er aanwijzingen voor pogingen om niet-conventionele wapens te verkrijgen en in te zetten. Abdul Basit Mahmoud Abdul Karim, getraind door al-Qaeda, was het brein achter de bomaanslag op het wtc in 1993. Hij was ook verantwoordelijk voor de mislukte voorbereiding van aanslagen op lijnvliegtuigen en een nooit uitgevoerde aanslag met fosgeengas op president Clinton toen die in 1994 Manilla bezocht.
In 1996 vestigde verdachte zich weer in Afghanistan onder bescherming van de Taliban, geleid door de eenogige en uit Uruzgan afkomstige Mullah Omar. Afghanistan zou volgens verdachte het Medina van de 21ste eeuw worden. Op 23 augustus 1996 verklaarde verdachte de Verenigde Staten officieel de oorlog. Op 22 februari 1998 riep verdachte samen met al Zawahiri bovendien de jihad tegen de Verenigde Staten, hun bondgenoten, burgers en militairen uit.
De tenlastelegging van verdachte spreekt over de aanslag op de Amerikaanse ambassades in Kenya en Tanzania op 7 augustus 1998, gevolgd door de mislukte aanslag op de uss Sullivans (Jemen, 1999), de geslaagde aanslag op de uss Cole (7 oktober 2000), de verhinderde aanslag op de Belgische navo-basis Kleine Brogel (2001), en de bomaanslag op de Franse tanker ‘Limburg’ in de Golf van Aden (6 oktober 2002). Bij de voorbereidingen voor de grote aanslag op 11 september 2001 is, zo vertelde Khaled Sheikh Mohammed in 2002 aan Yosri Fouda van Al Jazeerah, een nucleaire optie overwogen, maar niet uitgewerkt omdat het onzeker was of die operatie in de hand kon worden gehouden. Vanaf 2001 zijn er jaarlijks grote conventionele bomaanslagen geweest die worden toegeschreven
| |
| |
aan al-Qaeda: Bali (12 oktober 2002), Riyad (12 mei 2003), Madrid (11 maart 2004) en Londen (7 juli 2005). Voorts is er de verijdelde aanslag op Amerikaanse passagiersvliegtuigen van 10 augustus 2006.
Jamal al Fadl, lid van al-Qaeda, heeft verklaard dat al-Qaeda in de jaren negentig trachtte uranium te verkrijgen in Sudan. Al eind 1993 zou al-Qaeda volgens Mamdouh Mahmud Salim, een van de oprichters van de organisatie, hebben getracht om verrijkt uranium te bemachtigen. De Pakistaanse kerngeleerde dr. Sultan Bashir-ud-din Mahmood ontmoette naar zijn zeggen Mullah Omar en verdachte, volgens Bergen in 2000 en 2001. De Taliban beschikten in Kabul over aanzienlijke hoeveelheden radioactief materiaal, afkomstig van smokkelaars uit met name Tadzjikistan, aldus Abu Walid al Misri, redacteur van Al Imara (een publicatie van de Taliban). De Britse cameraman Peter Jouvenal trof in 1997 in Afghanistan radioactief afval aan, afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie, dat werd verkocht door Afghaanse handelaren. Op 8 mei 2002 werd op de luchthaven O'Hare van Chicago ene José Padilla aangehouden die met onder meer Khaled Sheikh Mohammed, de operationele planner van 11 september, contact heeft onderhouden in verband met een radiologische aanval op de VS.
| |
| |
Max Rodenbeck, de Midden-Oostenspecialist van The Economist, legde in The New York Review of Books van 9 maart 2006 uit dat verdachte kenmerken heeft die hem voor sommigen tot archetypische held maken. Hij is rijk, lang, moedig, offert zich op, is een geoefend ruiter, heeft een voorliefde voor grotten, heeft een roeping, is godvruchtig, toont respect voor zijn islamitische voorouders, heeft ervaring met ballingschap, en is in staat tot het ontsnappen aan grote gevaren en tot het uitdelen van gevoelige klappen aan de vijand. Geen wonder dat hij het gezicht is geworden van al-Qaeda.
Tot onze verbazing heeft verdachte gisteren een plotselinge gedaanteverwisseling ondergaan. Hij heeft zich laten kaalscheren. Hij loopt nu rond in spijkerbroek en ruitjeshemd. Alhoewel de kliniek en het luchtruim daarboven buitengewoon zwaar worden bewaakt en verdachte geen stap kan verzetten en geen handeling kan plegen zonder dat wij dat weten, wekt deze metamorfose de nodige argwaan. Verdachte rent rondjes door de binnentuin. Hij weet dat hij niet kan ontsnappen uit dit gebouw. Zijn dit de voorbereidingen op het martelaarschap? Zal iemand hem iets aandoen? Wie ook maar de geringste kans heeft met hem in contact te komen wordt voortdurend ook op dit punt ondervraagd en gescreend.
Volgens zijn vroegere eerste lijfwacht trok verdachte er in de tijd dat hij in Kandahar woonde wel eens op uit met de hele familie, hijzelf voorop in een auto en zijn vrouwen en kinderen daarachter per bus. Zijn volwassen zonen volgden te paard. Zij speelden en deden wat lichamelijke oefeningen. Hij gaf zijn vrouwen schietles. De lijfwacht had de opdracht verdachte dood te schieten als deze in vijandelijke handen mocht dreigen te vallen.
Ik kom tot een voorlopige slotsom.
In de reeks van aanslagen die aan verdachte als eindverantwoordelijke worden toegeschreven blijkt een neiging tot organisatie van mondiaal schokkende delicten. Er zijn bewijzen voor het gebruik van conventionele en aanwijzingen voor een interesse in onconventionele wapens, maar het doel is hetzelfde: massale psychologische en fysieke schade.
Vanwege zijn weigering zich te laten onderzoeken, heb ik niet kunnen vaststellen of bij verdachte sprake is van een psychische stoornis. Ik acht een ernstige, psychotische, door wanen, hallucinaties of verwardheid gekenmerkte, dan wel een daarmee gelijk te stellen stoornis echter onwaarschijnlijk. Ook een persoonlijkheidsstoornis is allerminst zeker. De mogelijkheid dat verdachte uit vrije wil en doelbewust heeft gekozen voor het plegen van de hem ten laste gelegde feiten kan niet worden uitgesloten.
Ik kan dus geen uitspraak doen over de kans op herhaling vanuit een stoornis. Wel vermoed ik dat het perspectief van verdachte is gericht op het wereldniveau, dat hij met minder geen genoegen neemt, dat hij innovatief is en zich niet aan de kant laat schuiven.
Het Internationale Atoomenergie Agentschap (iaea) heeft gemeld dat radioactief materiaal (wereldwijd industrieel of medisch in gebruik maar onvoldoende afgeschermd) door een conventionele explosie over een groot gebied kan worden verspreid met mogelijk langdurige blootstelling van velen aan die radioactiviteit als gevolg. Denk aan een bom die het poedervormige radioactieve cesium-137 bevat. Het gaat hier om een zogeheten Radiological Dispersal Device (rdd), ofwel de ‘vuile bom’.
| |
| |
Uit de Voortgangsrapportage 2005 van maart 2006 aangaande chemische, biologische, radiologische of nucleaire middelen, te lezen op de website van de Tweede Kamer, blijkt dat de kans op een ‘vuile bom’ in Nederland wordt geacht ‘laag’ te zijn. Uit de Voortgangsrapportage valt verder af te leiden dat er op het gebied van het antwoord van een aanslag met een radiologisch wapen vooruitgang wordt geboekt, maar dat een effectieve ontsmetting nog niet op een minimaal gewenst niveau is gebracht. Dat niveau is kennelijk ook nog niet gedefinieerd. Op bladzijde 23 staat dat de zes ‘steunpuntregio's’ de beschikking hebben gekregen over een ‘grootschalige ontsmettingscontainer met een capaciteit van 60 tot 100 slachtoffers per uur’ en dat Defensie over ‘operationele capaciteit’ beschikt. Als op een ietwat winderige dag ergens in het centrum van Den Haag een cesium-137-bom ontploft, zullen velen lang op ontsmetting moeten wachten.
Zonder medewerking van verdachte kan ik geen conclusie trekken, geen stoornis vaststellen, en kom ik niet verder dan vragen. ‘Geen stoornis’ zou betekenen, zoals gezegd, dat verdachte bewust gekozen heeft voor zijn terreur. Dat is wat ik er als psychiater van kan zeggen.
Men hoeft echter geen psychiater te zijn om te beseffen dat wij Nederlanders in ons toegankelijke pro-Amerikaanse land, dat sinds kort met de Verenigde Staten militair in isaf-verband te Uruzgan militair actief is, een doelwit vormen voor een volgende grote aanslag, mogelijk met een ‘vuile bom’. Als psychiater stel ik vast dat wij de ernst van onze Afghaanse betrokkenheid loochenen.
Er is een tijd geweest waarin er met verdachte te praten viel. Wellicht is een deel van zijn aanhang nog wel voor rede vatbaar mits wij in staat zijn om hen direct of indirect met begrip te bereiken. Het begrijpen van wat de ander beweegt is ons belangrijkste wapen. Wij zullen moeten werken aan een internationaal en niet vrijblijvend diplomatiek programma richting Pakistan met als doel het winnen van de bevolking in het gebied waar de topradicalen (gast)vrijheid genieten.
Inmiddels is verdachte in hongerstaking gegaan. Hij zegt als martelaar te zullen sterven. Ik had niet anders verwacht. Verdachte drinkt nog slechts water en thee. Als dat zo blijft, zal hij op termijn naar het Penitentiair Ziekenhuis in Den Haag worden overgeplaatst om aldaar onder dwang te worden gevoed en de dingen die komen gaan af te wachten.
|
|