Hollands Maandblad. Jaargang 2006 (698-709)
(2006)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
[pagina 38]
| |
LiedjeIk zag een winkel
en liep naar binnen,
kocht wat ik vergeten
had dat ik al had.
Ik stond in de winkel
en het was het enige
wat ik mij herinnerde
dat ik nodig had.
Maar wat moet ik
met twee daarvan
behalve wachten
tot er een kapot gaat?
Mijn vader wilde
mij leren met geld
om te gaan, daarom
gaf hij mij iets niet.
Hij gaf mij geld
en wees naar een winkel:
ga naar binnen
en vraag om wat je wilt.
| |
[pagina 39]
| |
LiedjeMaak mij blij
door mij te zeggen
dat je met gesloten
ogen iets kan.
Nog een keer
tot het goed gaat,
of ben je moe,
wil je vandaag niet meer?
Ik mag zeggen
dat ik het anders wil,
dan maak jij het anders,
dat kan nog.
Zacht papier om
op te schrijven,
water dat warm
als mijn hand is.
| |
[pagina 40]
| |
Het is grappig liedjeHij zegt iets en
iedereen die hem hoort
weet dat het niet zo is,
behalve tegen wie hij het zegt.
Hij wil een grap
nog een keer vertellen, om
het nu goed te doen, overspoeld
door wat bedroefd maakt.
Is het niet grappig
dat je het over iets hebt
zonder te noemen
waar het niet zonder kan.
Er is een grap die
ik elke dag een keer
mag vertellen, ik dacht
een keer per jaar, dat lijkt zo.
Wat gezegd moet worden
of weggelaten wordt geraden,
de herinnering die
het hart kalm maakt.
| |
[pagina 41]
| |
LiedjeOmdat ik geen geld had
heb ik niet geslapen,
heb ik gelopen,
kon ik nergens zitten.
Dat is toch wat
ik moest teruggeven,
niet minder dan het was,
ik heb het nauwelijks aangeraakt.
Wat warm of koud maakt,
niet omdat het warm
of koud is, en het hoeft
niet genoeg te zijn.
Dat is toch wat ik krijg,
genoeg om wat ik wil
nog een keer te doen
en kiezen welke de beste is.
|
|