Hollands Maandblad. Jaargang 2006 (698-709)(2006)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Grammatica Mark Boog Je afwezigheid is adembenemend en haar eigen tegendeel. Je zegt wat gezegd moet worden en zwijgt. Ik hakkel. Nu kan dit alles mooi lijken, poëzie, maar dat is het niet. Het is onvolkomen-, onbeholpenheid. In bomen groeit het besef en vallen de blaren, in ons verdringt zich allerhande. Wat zich niet naar de grammatica voegt zal dan wel extra waar zijn. [pagina 6] [p. 6] Deur Op zoek naar de vraag waarop het antwoord bekend lijkt, op zoek naar verklaring doet soms een deur zich dicht die niet open was, althans ongezien, en ik klop aan - zonder hoop, want gedane zaken. ‘Ik wist het niet!’ ‘Ik wist het niet!’ Het klinkt aan beide kanten; het blijft ongehoord. De klinken zijn een maar twee: een rekenkundig probleem. [pagina 7] [p. 7] De laatste stad De hotelkamer is alleraardigst. Het verblijf kan verlengd. De laatste stad, die de enige is, bruist van leven, loopt over. Rondom de eindeloze vlakte, ter verkenning. Spreid de reisgidsen nog eens uit over de tafel! Eén enkele bestemming, zo veel woorden: het moet er wel mooi zijn. Je zegt soms dat we er vandaan komen, maar ik herinner me niets. Zouden er echt geen bergen zijn, geen meren, geen wegen? We moeten ons goed voorbereiden. Vorige Volgende