Duitse worsten altijd liegen, en er daarom een velletje omheen zit (teneinde de ergste zonde te verhullen: het feit dat er bijna geen vlees in zit).
Met die wetenschap nam ik een hap van Konopkes worst zonder vel en werd niet teleurgesteld. Ik genoot van het zachte vlees, de plens ketchup en heel veel kerrie. Het is belangrijk dat bij het eten de kerrie en ketchup niet door elkaar geraken, want dan ontstaat iets als currysaus en dat smaakt heel anders.
Doch verdere contemplatie was mij niet vergund. Voort moest ik, op naar Hamburg. Daar beoogde ik het graf van de beroemde balletdanseres Olga Knack te bezoeken. Ik hoopte een aanwijzing te vinden voor de oplossing van het aloude probleem of de Hamburgse familie Knack achter de knakworst zit. Als in 1662 ene Marcus Knackwurst schrijft: ‘De worst is als een boek, het bevat veel van wat er niet in hoort’, dan is het wel duidelijk dat hij niet de uitvinder van de worst is maar een sappig pseudoniem gebruikt. Veel eerder verwacht je dat een fragiele balletdanseres met de naam Knack zit achter de knakworst, die zo verfijnd kan balanceren als men hem met de hand naar de mond brengt.
In de trein naar Hamburg overpeins ik een herdefiniëring van de worst aan de hand van twee negentiende-eeuwse filosofen: Karl Friedrich von Rumohr en Karl Rosenkranz. Von Rumohr geldt in Duitsland als grootste keukenfilosoof, zoals in Frankrijk Brillat-Savarin als zodanig geldt. Die Brillat-Savarin schreef keukenfilosofietjes waar iedere francofiele Nederlandse keukenprins mee probeert te imponeren. Zijn beroemdste uitspraak is ook meteen de allerbelachelijkste: ‘Zeg me wat je eet en ik zeg wie je bent.’ Sorry hoor, maar ik eet iedere dag iets anders. Nee, dan waren Von Rumohr en Rosenkranz van zwaarder kaliber. Zij hebben met hun geschriften Geist der Kochkunst (1822) - ‘ein gastrosophische Schrift’ - en Ästhik des Hässlichen (1853), niet alleen de moderne kunst een solide basis gegeven, maar - belangrijker nog - de worst een eigen esthetisch-wijsgerige plek bezorgd.
In worsten is, betoogden zij, net zoals in metafysische stelsels en in pasteien, veel ruimte nodig om ze met eigen bedenksels te vullen. Het is inderdaad niet nodig dat de worsten steeds op dezelfde wijze worden gemaakt - integendeel, het mengsel van vleessoorten, kruiden en andere plantaardige toevoegingen dient aan een zekere willekeur en aan de grilligheid van de menselijke geest onderhevig te zijn. In elk deel van Duitsland, ja in elke uithoek van Europa, zijn andere, vaak weer verschillende betoverende mengsels gebruikelijk. Men volgt het ene en dan weer het andere voorbeeld, of de ingevingen van de eigen verbeeldingskracht, als men dit andere maar naar de eeuwige regels der kunst weet in te vullen.
Terug naar mevrouw Knack, die op het gigantische kerkhof Ohldorf begraven ligt. Mij was verteld dat er een grafsteen in de vorm van een blik knakworsten zou staan, maar ik ben nu eenmaal een goedgelovig type. Mijn bloem knakte tezamen met mijn geestkracht toen ik zag dat ze onder een gewone vierkante steen lag. Olga Knack geb. Brandt 29 juni 1885 - 1 aug. 1978. Het spoor liep dood, en ik concludeerde dat ik aan de Hamburgers verder geen woord vuil wilde maken.
Zo reisde ik met een ambivalent gevoel terug naar huis. Verrijkt en gefrustreerd ging het onafwendbaar door het Noord-Duitse laagland richting de worstenhel aan de Noordzee. Zou ik het na deze reis ooit nog wagen bij de Hema naar binnen te stappen en zo'n halve gerookte worst zachtjes naar binnen te laten glijden? Vooraf heb ik altijd enorme zin. Achteraf steevast vette spijt om de smerige smaak van blanco karton die maar niet uit mijn mond wil verdwijnen. Anderzijds dient vastgesteld dat dit wel precies, zoveel was mij nu duidelijk geworden, de smaak van Nederland is. Daar helpt geen lieve mosterd aan.
Bewerkte versie van de ‘Hans Worstlezing’, uitgesproken op 7 april 2006 te Amsterdam op uitnodiging van de Stichting Hans Worst.