Hollands Maandblad. Jaargang 2006 (698-709)(2006)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Onverlet Eva Gerlach Hoofd, maak je los van dit verhaal. Verteld verzakt het. Koppel het van vorm zowel als van verbeelding los. Laat het vanzelf een buiten en een binnen van zijn vel maken gewoon door zo te staan (stil), laat het zich sloom maar irreversibel spreiden om zijn eigen bedoening, pen in gat, messing en groef van tijd en tegentijd. Laat iemand nu zijn sleutel pakken en binnenkomen in het begin. Hij loopt de kamer door, hij heeft hier lang gewoond, hij gaat daar zitten bij het raam en legt zijn dood weg voor vandaag. Hij ziet de zon rollen over het lege voetbalveld. [pagina 4] [p. 4] Tantôt Draai ik de Grote Fuga, sloft mijn vader de kamer binnen. Lucht heeft hem vandaag zo vereenvoudigd dat wij praten. Stom, maar zonder elkaar met anderen te verwarren: ‘En, red je het nogal?’ Hij wel, zijn as voegt zich onder alle omstandigheden aaneen tot wie hij was, is en zal zijn maar ik: bewaar me. Toch, een samenhang vindt schraperig akkoorden. Ik vervang voor even niet wat hem is aangedaan en doe geen boete. Hij mag, als hij wil, gerust een dag of wat niet staren, slaan of sarren. Blind sforzando. In de rusten, de sporadische, kunnen wij bestaan. [pagina 5] [p. 5] Plek Als iemand weg is heb je hem dan nog zoals hij was kon je hem laten komen en hij zat zoals altijd en hij had de oren van altijd en hij bewoog zijn lippen van altijd en je begreep hoe je hem had gemist de kans voorbij maar dat hij praten kon en zei wat nooit tevoren was gezegd dat hij daar zit en door de jaren heen zo praat en ik kan horen wat hij zegt vergeet vergeet en langzaam wordt de lucht achter hem wit en er is geen plek meer waar hij niet is precies zoals het nu al jaren is maar het is niet meer zo dat ik hem mis. [pagina 6] [p. 6] Vorige Volgende