Hollands Maandblad. Jaargang 2006 (698-709)(2006)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Tuin Mark Boog Besproei de tuin, ontken de nutteloosheid. Droogte, onverschillige schoonheid, zindert, barsten in de klei en in de huid verspringen, we verweren. Om het zaad, om bloeien, om kortstondigheid. Het duister rood van rozen en het optimisme, onverkwikkelijk, van jeugd: felgeel, oranje, helder en onschuldig blauw, een roze als van lammetjes het zachte vlees, onwerkelijk. Het pantser vormt zich maar het smelt ook. Liefde. Teder de genadeloosheid, wreed de strelingen van zon en snoeischaar, groots de dorst, het felle licht, jaloers de god. [pagina 11] [p. 11] De terugweg De terugweg was heel anders. Zelfs de wind verbaasde zich. Het leek stiller, straathoeken keken verwonderd rond, links en rechts, vergeten of ze over wilden steken. En jij, de armen wijduit, een verschijnsel. Een niettemin wild langsglijden van grijze wolken, het stilstaan van snelverkeer, mijn doelloosheid op onthutsende wijze binnenstebuiten gekeerd. Vorige Volgende