Zonder bril
door Nina Roos
Terug naar Donderen. Naar pappa en mamma. Genekt door één jaar nachten.
Naar Brussel voor afleiding en zomaar plezier; daar komt een mannetje aan; hij maakt polaroids van mijn hoofd.
Vier dagen later woon ik in New York. Hip. Ikea. Een self-cleaning oven.
Ik werk, ik loop heen en weer, verdoofd door ondergewicht. Opdrachtgever na opdrachtgever trekt voorbij. Meisjes, meisjes en meer meisjes. Vlak bewegend, zonder plan.
Ze knippen mijn haar. Naturel blond duurt drie uur. Homo's werken de passen erin, the attitude. Verkoop je. Koop nieuwe schoenen.
Ik krijg een handtas. Dat hoort.
Ik ben bloot in een peignoir. Voor een oorbel op de foto. Wil je lunch? Wil je thai? Ik smeer mijn boterhammen 's ochtends zelf.
Dat is stom, zie ik.
Meisjes eten veel, veel te veel. Ik kijk wel uit en ga plassen. Daar is de veelheid uitgespuwd; niet eens doorgetrokken.
Ik zoek, wacht en glimlach.
De afterparty van Miss Sixty. Met onderbroeken die je mee mag nemen. Alles is opblaasbaar en gratis.
Gelukkig lopen alle wegen rechtdoor; zo vind ik dronken mijn bed.
Mijn hart doet raar. Alle ochtenden om vijf uur wakker. Last van de niksigheid.
Wrijving. Dit meewerkend voorwerp raakt leeg.
Er is een afspraak, om kwart voor negen. Vroeg vertrekken, nooit te laat komen. Ik krijg de omgeving niet mee. Al lang niet meer.
Twee roltrappen onder de grond. Eerst haal ik snoepjes voor de vieze smaak.
Tweede roltrap. Ik zie dat de metro over drie minuten komt.
Wachten doe ik al vier weken fulltime.
Dan zie ik niets meer.
Het zicht op mijn eigen schoenen verdwijnt.
‘Get up, get out, get out!’
Naar buiten, naar buiten moet ik.
Waarom doet de roltrap het niet?
Wie heeft het licht hier uitgedaan?
Geplakt aan vreemden vaar ik mee met de massa omhoog.
Er vallen A-viertjes op mijn hoofd. Er daalt een grijs tapijt neer.
Het lijkt wel of God is gaan kettingroken.
Hier moet ik een kiekje van maken!
‘Oh my God! Oh my God’ gonst om me heen.
Lam en onmogelijk de zaak te plaatsen.
Moet ik rennen?
Wat is iedereen raar rustig.
Nu toch tempo maken, snel Broadway op.
Tegenliggers tussen de hoge gebouwen, ze zien nog niets.