Hollands Maandblad. Jaargang 2005 (686-697)



[pagina 14]
Ilse Starkenburg wij waren wezen zwemmen in het oude Zuiderbad wij gingen weer naar buiten zitten rusten in de zon, aan de waterkant aan de overkant rood geroezemoes... ik, met een gordijn om mijn fantasie mijn eigen baantjes zwemmend: ‘ik zou het daar net zo inrichten als in mijn kamer’ jij, langs mij heen zwemmend je eigen plan trekkend: ‘kijk daar gaat er een naar binnen! hoe lang zou zoiets duren!’ ja en wat zouden zij zeggen tegen elkaar, toch wel iets.

[pagina 15]
het gecastreerde huis van de angst van de een krijgt de ander moed is het een indringer die we horen, een moordenaar van mensen in bed? ach, het is kat Socrates die wil eindelijk ontbijt dat doe ik wel even hoor, trapleuning kraakt gevaarlijk keukendeurklink breekt bijna mijn minnaar zegt: zo! nu heb je kat Socrates tenminste bevredigd waarop de rode kater kotst, en wat ik aanraak wordt koud en wat ik vastpak laat los, zoveel stokken in mijn poeze poeze hand ik moest wel slaan.
[pagina 16]
jeroen hermkens - utrecht