Hollands Maandblad. Jaargang 2005 (686-697)(2005)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] De druivenplukker Bas van Putten klein donker zijn de dagen naar de nacht gestegen niet weids maar als een luchtschip aan de hoogte dwaalt dan kom ik buiten en ontzie mijn vergezichten als niemand kijkt waar ik de sterrentaal met lichte handen in de palmen wieg en zwevend lach tot alle ogen die hun lof beloven ik heb mijn oogst van licht gedronken uit de schaal de maan heeft met mij meegedronken het was een dans we tuimelden van lager wal tot lager wal in alle aarde die ons was geschonken zal ik de zon verzuipen en verstaan het regent woorden en het dooft met sissende ontkenning van de verre krachten breng wijn en breek de glazen [pagina 20] [p. 20] de evolutie het kind van zes vraagt of het in de buik van moeder nog een aap was en ik zeg lief ik weet het niet waarschijnlijk niet de wet mijn wet maar als ik wet spreek kind als kind geboren zeg ik haar niet huilen niets verandert meisje voor altijd een feit: ikzelf heb dat verboden het woord spreekt de vermaakte zonde waar alle begin is na de eerste dag verloren ik heb een kind van een twee drie vier vijf en zes gevoed en tot bezit bedrogen ook toen het afscheid wuifde voor de laatste keer morgen zeven draaft het tachtig apen tachtig mensen voor mij voort totdat haar evolutie ergens anders buiten mij weer verder wordt geboren vreemd is alles en verdrietig met de troost van de beweging meegebogen kind wil mijn wachter zijn dat we elkaar niet zo worden ontstolen en lees ons lief van zes ten einde op je kinderpaard meerstemmig ja maar ons koraal het ene Vorige Volgende