Hollands Maandblad. Jaargang 2005 (686-697)
(2005)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
[pagina 6]
| |
Waar is Rome?De slaven hakken hout voor het vuur van het badhuis.
Geen nieuwe soldaten komen aan om de soldaten in het fort af te lossen.
De barbaren van de winkels rondom het fort vragen: waar is Rome?
Wij hebben geen geld meer, zeggen de soldaten, wij hebben al lange tijd
niets meer uit Rome ontvangen.
De barbaren sluiten hun winkels.
Enkele soldaten laden hun spullen op ossenkarren en verlaten het fort,
de achtergebleven soldaten bespreken wat te doen.
Zij besluiten zelf belasting op te halen en lopen naar het dichtstbijzijnde
dorp.
Achter hen aan lopen de badhuisslaven in de pas als soldaten, maar met
knuppels en messen.
De vertrokken soldaten reizen elke dag verder en als hun voorraden
opraken beroven zij andere reizigers: waar is Rome?
Ten slotte komen zij aan bij een grote stad zonder muren, de huizen en
straten glinsterend in het zonlicht.
Terwijl zij kijken loopt een man naar hen toe, die zegt: kom binnen,
jullie zijn niet met veel en de stad heeft soldaten nodig.
Een van hen gaat de stad binnen, vindt een vrouw, kinderen, door hen
terug te laten zeggen: vooruit, achteruit, linksom, rechtsom, in rust,
gereed; wie zou hem terug willen hebben, ontvangen?
Hij kent nog zijn werk zoals niemand hier het zich kan voorstellen,
kalm naast wie kalm blijft omdat hij kalm blijft.
| |
[pagina 7]
| |
Hemel en aardeKijken naar wie op het gras zit, alsof ik nog niet geboren ben.
Zo word ik later ook, als uit een ander land gekomen.
Plotseling zien hoe hier de seizoenen zijn, hemel en aarde in vrede.
Ik zeg wat het noorden is, het zuiden, oosten en westen; hierover valt niet
te onderhandelen.
Later kan je niet zeggen dat dit niet duidelijk was.
Daar gaat de zon onder; dat is het westen, net zoals ik zei.
Wennen en missen en zal iemand nog aan iemand kunnen wennen?
En in iemands armen slapen, lopen, rennen, zo snel missen.
|
|