Tessa
door Gerry van der Linden
De armen van Jelmer lagen stil naast zijn sweater. Toen de zoemer ging en zijn handen niet bewogen, rende Tessa naar de juf.
‘Jelmer is gestikt,’ zei ze.
‘Rustig, jongens,’ zei de juf, terwijl ze toekeek hoe de kinderen elkaar door de deuropening duwden.
‘Job zat met zijn vingers om zijn nek,’ zei Tessa, ‘zijn hoofd zag helemaal paars.’
Juf Floor keek vluchtig de kant van het klimrek op.
‘Jelmer opstaan,’ riep ze ongeduldig, ‘kom op!’
Tessa begon te huilen. De juf zuchtte, terwijl ze met haar voet de deur tegenhield.
‘Kom Tes, anders gaat-ie dicht,’ zei ze.
Jobs vinger draaide kringetjes spuug op het tafelblad.
‘Waar is Jelmer, Job?’
‘Buiten.’
‘Ga hem halen,’ zei de juf.
Langzaam stond Job op, zijn wijde broek was tot over zijn heupen gezakt. Hij haalde een baseball pet uit zijn broekzak en zette hem op, de klep schoof hij naar achteren.
‘Niet in de klas, Job.’
‘Bitch,’ mompelde hij zacht.
Toen hij Tessa passeerde, keek hij haar strak aan. Alsof hij wist dat zij wist dat hij haar bedoelde, niet de juf.
Tessa zat in de kamer van de meester, die als een bokser zwaaiend met zijn armen voor haar voeten draaide. Zijn gezicht was rood.
‘Basisschool! Jezus, ik heb het hier over groep acht van een basisschool!’
De stem van de juf zei niets. Ze had haar gezicht afgewend en Tessa kon niet zien of ze haar geloofde. Of ze geloofde dat de vingers van Job niet dezelfde vingers waren die kringetjes hadden gedraaid op het tafelblad, maar dat ze knepen en knepen totdat Jelmer...
‘Ik wil naar huis,’ zei ze zacht.
Juf Floor keek haar opeens aan. De meester ook.
‘Wat heb je precies gezien, Tessa?’
‘Job die op Jelmer zat en zijn keel dichtkneep,’ zei ze, terwijl ze aan haar been krabde waar het eczeem zat. Lucia wilde niet meer dat ze naar het zwembad ging. Ook niet toen de badmeester had gezegd dat ze echte aanleg had. Nu mocht Job de pop opduiken als beste zwemmer van de groep. Nu ze niet meer mocht zwemmen, was de zee weg. De zee was in het water, en wanneer ze borstslag zwom, spatte het om haar heen, als op de poster met de blauwe surfgolf die in haar slaapkamer aan de muur hing. In het water werd ze licht, licht als de pop die ze meetrok naar boven en optilde als een drenkeling. Die pop weegt net zoveel als jij, had de badmeester gezegd. Méér, denk ik, want jij bent geen dikzak. Job, bijvoorbeeld, die is stevig, maar je zou hem kunnen redden als hij in het water lag. Je bent sterk genoeg. Zo'n jongen kan kramp krijgen, zei de badmeester, of iemand kan als grap zijn hoofd onder water houden. Allemaal mogelijk.