Hollands Maandblad. Jaargang 2004 (674-685)(2004)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Mijn ouders Bas van Putten Ik weet dat jullie bange mensen zijn ik ken de redenen, gevaren overal de leugen en het lot die het alleen op ons hebben gemunt, de onvoorstelbare toevalligheden die gebeuren om het te bewijzen zijn nu vererfd in mij, het leven dat de angst ontvluchtte door te sterven waar geen angst mij vinden kan hier in dit huis ben ik het toeval, ik de leugen ik het lot ik schrijf het op de muur en van de muren leer ik wat ik moet verduren ik ik ik [pagina 6] [p. 6] haar lach De nacht was luid, schandalig vrij erkennend zondig en dan was zij te mooi haar lippenstift te roze voor mijn hooggeschoolde ogen Ze sprak de kleur van anderen vanaf de overkant waar schoonheid schreeuwt, ik durf, en dat alleen het daar waar schoonheid zich zo hartverscheurend argeloos te mooi maakt dat men wenen moet als men zo dronken is als zij toen was met mij Ik denk dat ze me zoende bij vergissing het was haar niet om mij begonnen, dronken toeval was het of een afschrikwekkend onbegrepen biologisch willen doel en dankbaarheid zocht zij maar later belde ik alsof het hoorde en ik vroeg bijna gelijkwaardig om herhaling, meer, een recht, de eer zij lachte onbeneveld lachen maar, zo vrij dat ik jaloers was op die vrijheid niet op haar dus dank, genadige geliefde dat je me hebt laten zien hoe jullie leven, anderen wat heb ik niet van je gehouden roze nacht Vorige Volgende