te zijn geroepen hetgeen nergens is gerectificeerd] - ‘Die jongen riep: ‘Ik onthoofd jullie’ (Algemeen Dagblad) - ‘Moord begin heilige oorlog in Nederland’ (de Volkskrant) - ‘Tot hier en niet verder’ (Spits) - ‘Dit pikken we niet’ (Algemeen Dagblad) - ‘Dodenlijst’ (Telegraaf) - ‘Link met Al-Qaeda steeds duidelijker’ (Algemeen Dagblad) - ‘Nederland wordt bedreigd door een groep islamitische zelfmoordcommando's. Er staat een brigade islamitische jongeren klaar die opgeleid is om zelfmoordacties te plegen.’ (De Telegraaf) - Moslimraad wankelt na zwijgen over Van Gogh' (Trouw) - ‘Majesteit, spreek alstublieft uw volk toe’ (Algemeen Dagblad) - ‘Waarom zwijgt EU over Van Gogh?’ (NRC Handelsblad) - ‘Islamgroep dreigt Nederland’ (Algemeen Dagblad) - ‘Jihadstrijders onder ieders ogen opgeleid’ (de Volkskrant) - ‘Justitie bevestigt: Moord op kamerleden beraamd’ (NRC Handelsblad, dat de volgende dag als ‘verbetering’ meldde dat Justitie elk commentaar weigerde) - ‘Naar verluidt zijn tot de tanden toe bewapende Noord-Afrikanen verschanst in huis vol explosieven’ (Nu.nl) - ‘Nederland staat in brand’ (NOS Journaal).
Zij aan zij met deze als feitelijk bedoelde informatie, kwam onmiddellijk na de gebeurtenis ook de duiding op gang. Naast melk en snijbloemen produceert Nederland immers nog een artikel in overstelpend grote hoeveelheden: meningen. Geen wonder misschien - de fabricatie van opinies, commentaren en stichtelijke overwegingen is een bedrijfstak die ons als kooplui en dominees van nature nu eenmaal na aan het hart ligt. En dat was te merken aan de talloze praatprogramma's en de oeverloze opiniestukken de kranten. Een vrij nieuw verschijnsel is echter dat kranten weinig moeite meer doen deze duiding te scheiden van hun verslaggeving. Voornoemde historicus zal althans over tien jaar deze krantenkoppen op de nieuwspagina's aantreffen:
‘Dit wil geen zinnig mens’ (Trouw) - ‘Angst overheerst’ (Algemeen Dagblad) - ‘Langs het ravijn van chaos en haat’ (de Volkskrant) - ‘“Haat in Nederland neemt toe”’ (NRC Handelsblad) - ‘Het is hier oorlog’ (Trouw) - ‘“Dodelijke haat in Nederland”’ (Algemeen Dagblad) - ‘Bloedige botsing van beschavingen’ (NRC Handelsblad) - ‘Geschokt en verslagen’ (Trouw) - ‘Samenleving voorgoed veranderd’ (Algemeen Dagblad, dat vervolgde met de diagnose: ‘Na de moord op Theo van Gogh is de samenleving ten prooi aan diepe angst en vertwijfeling’).
U zult begrijpen dat deze bloemlezing slechts een fractie is van alle persstemmen die hebben geklonken. Uit mijn ooghoeken heb ik - vooral in regionale bladen - nog veel meer niet-gecheckte feiten en geruchten als informatie, en lachwekkend psychosociaal gebabbel als opinie voorbij zien komen. Bovendien heb ik de televisie en radio links laten liggen uit zelfbescherming tegen de journalistieke Verelendung daar.
Desalniettemin moet ik toegegeven dat de moord op Theo van Gogh inderdaad duidelijk heeft gemaakt dat de Nederlandse samenleving voorgoed is veranderd. De afstand tussen de ‘kwaliteitspers’ en de ‘populaire pers’ is nooit eerder zo gering geweest. Niemand kan nog serieus beweren dat de media in Nederland ‘linkse’ bolwerken van ‘de intelligentsia’ zijn. Integendeel: het zijn steeds meer speerpunten van de algehele maatschappelijke concurrentie in holle clichés, radicale middelmatigheid, schaamteloze behaagzucht en debiliserende sensatiedrift.
Hiervoor zijn vele oorzaken aan te geven. De vaak bekritiseerde opleidingen voor journalisten zijn zo'n oorzaak. Een andere oorzaak is de door financiële nood gedreven uitholling van eindredacties en gebrek aan senior editors. Weer een andere oorzaak is dat als erfenis van de verzuiling Nederlandse journalisten zich naast verslaggever ook hoeder van de samenleving achten, met een speciale verantwoordelijkheid tot diepere duiding en maatschappelijke massage om ‘de boel bij elkaar te houden’.
Een belangrijke oorzaak is wellicht ook dat moderne journalisten duidelijk doordesemd zijn van een esthetiserend wereldbeeld, waarin gebeurtenissen slechts begrepen kunnen worden in de taal van fictie en entertainment. ‘Tot de tanden toe bewapende Noord-Afrikanen verschanst in huis vol explosieven’ is een typische platitude uit een modale Hollywoodfilm (Diehard ii of iets dergelijks) en een scriptschrijver daar zou zich al moeten schamen voor zo'n beeld, laat staan een journalist in Nederland.
Media hebben macht en macht schept verantwoordelijkheid. In het geval van de media ligt die verantwoordelijkheid bovenal op het gebied van betrouwbaarheid, integriteit en kwaliteitsbewaking. De berichtgeving en opinievorming in de maand november 2004 hebben laten zien dat het daarmee teleurstellend middelmatig is gesteld.