‘Hou je hoofd erbij,’ zei Emily tegen Peter. ‘We blijven hier maar even. Derde afslag en het is een afslag aan de linkerkant.’
‘Weet je het zeker?’
‘Move!’ zei Emily. ‘Je hebt maar anderhalve mijl en je moet vier rijstroken over.’
‘Shit. Had Stevie geen begraafplaats in Manhattan kunnen uitzoeken?’
‘Er zijn geen begraafplaatsen in Manhattan.’
‘Sorry,’ zei Sheryl. ‘Ik zit hier maar als een kip zonder kop over Italië te praten, maar dit gaat eigenlijk over Stevie, en ook over hoe jullie je voelen.’
‘Dat geeft niet,’ zei Melissa. ‘Wij zijn maar verre familie.’
‘Wij huilen tranen met tuiten, zoals je ziet,’ zei Peter.
‘We hadden maar weinig contact met Stevie,’ zei Melissa.
‘Hij praatte altijd alleen maar over de gewichtige commissies en besturen waar hij in zat,’ zei Peter. ‘En nog vaker en uitvoeriger over de gewichtige commissies en besturen waar hij eigenlijk in behoorde te zitten, en vervolgens natuurlijk over de achterbakse intriges in het universiteitsbestuur die er de oorzaak van waren dat hij geheel ten onrechte geen plaatsje had gekregen in alreeds genoemde gewichtige commissies en besturen.’
‘Hij was niet de gezelligste man ter wereld.’
‘Dat is het understatement van de dag.’
‘Vind jij dat ook?’ vroeg Sheryl aan Emily.
‘Ja,’ zei Emily. ‘Eigenlijk wel.’
‘Ik heb een heel andere herinnering,’ zei Sheryl. ‘Maar ja, ik heb hem sinds onze studentenjaren niet meer gezien.’
‘Misschien is dat maar goed ook,’ zei Peter. ‘Misschien is het wel zo dat je, als je een goede herinnering aan iemand wilt overhouden, ervoor moet zorgen dat je hem of haar na je vijfentwintigste nooit meer tegenkomt.’
‘Echt een praktische suggestie,’ zei Melissa.
‘Je moet natuurlijk ruimte laten voor een paar uitzonderingen,’ zei Peter.
‘Voor je eerste en je tweede vrouw, bijvoorbeeld.’
‘Precies. Je moet altijd praktisch blijven.’
Ze reden op de Queens Expressway en bij Oakland Gardens gingen ze van de grote weg af. Er stonden lage, vrijstaande huizen aan weerszijden van de boulevard en bij een stoplicht zagen ze de zwarte volgauto's.
‘We zijn er bijna,’ zei Emily.
‘Peter heeft wel een beetje gelijk,’ zei Melissa tegen Sheryl. ‘Jij hebt vermoedelijk van ons allemaal de beste herinnering aan Stevie.’
‘Vergeet Becky niet!’
‘Oké, behalve zijn moeder, maar moeders tellen niet mee. Hoe is het met jou en Stevie afgelopen?’
‘Het is een heel verhaal,’ zei Sheryl.
‘Nou wordt het spannend,’ zei Peter. ‘Er was een ander, wedden?’
‘Het Casa Internazionale in Rome was voor buitenlandse studenten,’ zei Sheryl, ‘maar er woonden ook een paar Italianen, voor de authentieke sfeer. Cesare kwam uit Livorno en hij studeerde rechten. Hij was eigenlijk doodsaai, maar ik vond hem geweldig. Ik was net twee en twintig, dat moet je niet vergeten. Hij was slank en donker en altijd modieus en somber gekleed. Hij zei weinig en lachte nooit. Een stille, sterke man, dacht ik. In al die maanden heeft hij maar een keer een grapje gemaakt.’
Sheryl keek uit het raam van de auto.
‘Nou, laat eens horen,’ zei Peter.
‘Het was maar een middelmatig grapje,’ zei Sheryl. ‘En het is een beetje schunnig.’
‘Daar kunnen wij goed tegen.’
‘Het lijkt me toch beter van niet. Het is niet erg à propos.’