rudimentaire kromme pootjes vast aan uitsteeksels van muren of rotsen en kruipen moeizaam naar de holte waar het nest zich bevindt. Niet voor niets is de wetenschappelijke naam van de enige gierzwaluw die in Nederland voorkomt Apus Apus, dubbel ‘pootloos’. Is hier wederom sprake van een vertaalvergissing? Nee, want in Walcotts eigen tekst staat wel degelijk:
a branch where a swift settled without a cry
Wanneer echter twee regels later de kleine zwaluw in het Engels seaswift wordt genoemd, moet er toch sprake zijn van een mij onbekende vogelsoort: een zeegierzwaluw. Dat Eijkelboom niet voor deze correcte doch wijdlopige vertaling heeft gekozen valt te prijzen, zeker als het diertje vaker in het epos wordt waargenomen. Maar deze swift zou dus op een tak kunnen zitten? Want hoewel settle ook vertaald kan worden met ‘neerdaalde, neerstreek’ levert dat evenmin het bekende beeld van een gierzwaluw die juist altijd even opvliegt voor hij aanhaakt. Ook het geluid dat Walcott noemt, verbaast me nu: hij heeft het over twittered, hetgeen correct vertaald is met ‘getjilp’, en dat lijkt meer op het gekwetter van zwaluwen met zitpootjes dan op het gieren van onze swifts.
In de ornithologische literatuur wordt de seaswift niet genoemd. Bij de Noord-Amerikaanse gierzwaluwen blijken evenmin takzitters te zijn. Van de verwante stekelstaarten overwintert één telg in de Caraïben, maar daarvan staat het nog eens expliciet vermeld: geen enkele stekelstaart is in staat op een tak te zitten. Boomgierzwaluwen komen alleen in Azië voor. Een dwaalgast? Een Caribische volksnaam voor een onbekende gierzwaluwsoort?
Nog problematischer wordt het geval van de tsjilpend zeewaarts vliegende (zeegier)zwaluw die op een tak kan zitten, als er zo'n exemplaar aan boord
van het boegtouw, tjilpend.
Opvliegende swifts? Onze gierzwaluwen laten zich van hun hangplek eerst enkele meters naar beneden vallen voor ze in staat zijn weg te vliegen. Zich met hun kromme poten afzetten kunnen ze niet en een exemplaar dat per ongeluk op de grond terecht is gekomen, dient door een hulpvaardige voorbijganger omhoog te worden gegooid.
Steeds meer seaswifts doorkruisen de tekst, meestal kortweg swift genoemd, soms ook swallows. Dat laatste is ornithologisch onverantwoord, maar beter voor de afwisseling en de versmaat wellicht. Ineens komt Walcott zelf me te hulp. Hij beschrijft hoe de Engelse kolonelsvrouw Maud een sprei borduurt met vogels uit allerlei windstreken, en er volgt een opsomming die besluit met:
knorhanen, fluiteenden, smienten en merels,
Cypseloides Niger, l'hirondelle des Antilles
(hun naam voor de zeezwaluw).
Daar is dan de seaswift, met de Franse (en Caribische) naam, plus de Latijnse wetenschappelijke benaming. Bovendien wordt in dezelfde passage ook verwezen naar Bonds Ornithologie, het boek waarin Maud haar voorbeelden vindt. Bedoeld is het uit 1936 stammende, klassieke - maar ondanks vele nieuwe edities nu verouderde - Birds of the West Indies van James Bond (Inderdaad: Ian Fleming heeft de naam voor zijn spionageheld aan de ornitholoog ontleend; in de laatste Bondfilm Die another day pakt Pierce Brosnan achteloos een exemplaar van het vogelgidsje op).
Uiteindelijk blijken er meer dan veertig waarnemingen van zwaluwachtigen in Omeros te staan. Een zeezwaluw is bijvoorbeeld de loods voor de zwarte Achilles, die in een visioen naar het continent van zijn voorvaderen vaart en daar zijn Afrikaanse voornaam hoort. De kolonel ziet gierzwaluwen in de bordurende handen van zijn vrouw, die neerduiken op de sprei die haar lijkwade worden zal. De kruisschaduw van de vogel wordt het symbool van de crucifix genoemd, en zijn vlucht over de golven is het beeld voor de snelle pen van een schrijfster die de historie van een onderdrukte bevolkingsgroep wereldkundig wil maken.
Wanneer deze vogels dan ook nog kalligraferend boven de hemel van New York worden gesignaleerd en ze in Europa standbeelden van nationale helden bevuilen, is het ondertussen duidelijk dat hun vermelding niet zomaar een toevallig detail van een natuurbeschrijving kan zijn. De zwaluw, of hij nu gierzwaluw of zeezwaluw wordt genoemd, lijkt het verbindende element tussen de oude en nieuwe wereld, zoals Walcott dat in een van de laatste verzen expliciet verwoordt: