Hollands Maandblad. Jaargang 2004 (674-685)

[p. 32]

Man alleen
Sjef Welling

Hij sloeg de veters terug
trok met een haakvinger
aan loshangende tranen.

In de lampetkan brulde een zee
en in de spiegel spookte
zijn gelaat op de interval
van vuurtorenlicht.

De houten vloer kraakte
een gewichtig leven hij zou
gaan slapen in het hoofd
zijn frons verdromen.

En op bed zijn lichaam
vernederen tot een telraam
van schuivende ademtochten.

[p. 33]

Buiten sloeg de dag toe

Buiten sloeg de dag toe
met de vlakke hand van
een vergeten zenmeester.

Niet om te verwonden maar
met afscheidsbrief
een chronische roddel
met een nieuwe oorlogsfoto
een dode oom
met een droge fontein
met een schijndood lichaam
dat zijn smaakpapillen probeert
door te slikken.

Opende ik zo mijn armen
en vlogen over het veld
de zwaluwen in
om in de oksels van een jaar
met leem uit de warme krop
een zomer onder
mijn armen te bouwen.