Hollands Maandblad. Jaargang 2004 (674-685)(2004)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] verhuizing Yvonne Né Hoe genaamd onverschillig liet je achter de huizen, de kappen die je verborgen. De mensen. Ze stonden breed in je ziel. Waar je was werd waar je bent, gebroken kokkelpad dat niemand je verklaarde. Of je gekidnapt bent, gelijk om de hoek bedwelmd. Je dwarrelt een gang in van wat nog komt en hier vertrouwd al is. Wel malle mores leert dat jou, nooit meer lukt nu je terug. Soms piep je door een scheur als achter een scherm de tijd is gaan liggen maar die niet duldt dat je ziet in zijn keukens zijn knepen, motieven, komst en eclips zonder tal. Te kook ligt op platen wat weg is: ogen, de tongen vooral, het verhaal. Als de bliksem, ijs- en zoutkristal. Het geeft geen pas. Waar is het huis dat je kende. Praat maar zeg niet. Want je weet heel goed nog waar ze zijn: stuiter, lego, dobbelkei, en jouw doorzichtige beker [pagina 13] [p. 13] afscheid Op een schip, één woord, vaart hij weg, dag. Dag dag is een vlag die zegt geen afscheid is echt die wappert stom ik kom weer het jaar is maar één glimlach ver. Eén glimlach later. Voorwerpen zeggen geen scheiden is echt. Maar los verbijsterend los liggen zij naast elkaar. Aandenken nee schreeuwen hij is er. Zoals steeds de illustere zee met tienduizendvoudige glimlach met elk vertrek speelt. Dag dag. Dag voortvluchtige. Zijn woord is vlag zonder slag, nooit meer speelt hij zijn lach jouw glim ach weg Vorige Volgende