Hollands Maandblad. Jaargang 2004 (674-685)



[pagina 29]
Toen Cor Gordijn I zit haar op de huid, dichter nog, hang aan haar lippen, luister stil naar wat zij zoekt maar nooit zal vinden streel haar zinnen, verlies haar niet uit het oog en vul haar vergeefse gedachten aan later als ze zeggen zal dat alles zo goed was toen

[pagina 30]
II leg nu een hand op haar huid en tast zorgvuldig alle mogelijkheden af om dit moment te bewaren voor later, wanneer na jaren, het verlangen weer de kop opsteekt, haar broze begeerte te hebben wat ze nooit heeft gehad maar waarvan ze denken zal dat het volmaakt was toen

[pagina 31]
III nu zij bloot staat aan zoveel herinnering neem je haar zacht bij de hand en leid haar voorzichtig in verzoeking, tot in haar groeit wat zich verweren zal tegen de tijd, wat zich van de verwachting bevrijdt wat ze zich bedenkt als ze bijna is vergeten hoe het nooit was toen