Is het nu verbazend dat twee hooggeleerde Nederlanders ongeveer dezelfde woorden gebruiken wanneer ze hun visie geven op de bedoelingen die de Verenigde Staten heeft in Irak en had in Vietnam? Betekent dit dat de taal van het anti-Amerikanisme internationaal en tijdloos is, of dat er wel degelijk een wetenschappelijk onderbouwing is voor de vaak getrokken historische parallel tussen de Amerikaanse betrokkenheid in Vietnam en die in Irak?
Op dit punt wordt het tijd om een enigszins benauwend feit onder ogen te zien. Veel overtuigender dan de geschiedkundige overeenkomsten tussen Irak en Vietnam zelf, is de historische parallel die te zien is in de gemakzuchtige afkeer bij de critici van het Amerikaanse optreden, toen en nu. Die afkeer geldt werkelijk alles wat de Verenigde Staten beogen, beweren, en bereiken.
Jan Pluviers boek over Zuidoost Azië verscheen in 1999. Om te zien wat ons bij Irak boven het hoofd hangt, licht ik er iets uit. Het gaat over het aantal burgers dat de Vietcong vermoordde toen het tezamen met Noord-Vietnamese legereenheden de stad Hue in Zuid-Vietnam een paar weken bezet hield tijdens het Tet-offensief van 1968.
Zeker is dat er moordpartijen plaatsvonden. Toen de Amerikanen en Zuid-Vietnamezen na zware gevechten, waarbij een deel van de stad werd verwoest, Hue heroverden, troffen zij daar massagraven aan. In die massagraven lagen de lijken van 2810 burgers. Sommige slachtoffers bleken levend begraven. Duizenden andere burgers werden bovendien vermist. De slachtoffers waren meestal geen prominente aanhangers van de Zuid-Vietnamese regering, maar vooral mensen die een beetje hadden doorgeleerd. De vooraanstaande historicus Douglas Pike (die voor zijn door alle partijen in het conflict betreurde dood in 2002 onder meer directeur was van het centrum voor Indochina Studies aan de Universiteit van California in Berkeley en vice-directeur onderzoek van The Vietnam Center, en volgens The New York Times ‘far from a cheerleader for the South Vietnamese’) schatte het totale aantal burgers dat de Vietcong in Hue vermoordde op ruim 5700.
Jan Pluvier ziet dit anders. Volgens hem ging het slechts om een paar honderd burgers. Die burgers werden volgens Pluvier ‘als tegenstander’ gedood, een merkwaardige formulering die wel bedoeld zal zijn om deze misdaad een air van vanzelfsprekendheid te verschaffen. Zo moffelt de emeritus hoogleraar duizenden hem onwelgevallige moorden weg. En deze kunstgreep staat niet op zichzelf. Het boek wemelt van de rekenkundige en taalkundige manipulaties, altijd ten gunste van Pluviers communistische helden.
Nu mogen we van hem misschien geen objectief boek verwachten. Pluvier was in de jaren zestig een van de drijvende krachten achter het Vietnam Bulletin en de protesten tegen de oorlog. ‘Natuurlijk was de Vietnam-beweging eenzijdig in de presentatie van de feiten,’ zei hij ooit trots. Pluvier was daarnaast een leerling van de naïeve marxist Jan Romein, de Amsterdamse historicus over wie onlangs bekend werd dat hij in 1946 Stalin een eredoctoraat had willen geven
U begrijpt het, Jan Pluvier heeft een eenzijdig boek geschreven. Heel erg is dat natuurlijk niet. Laat iedereen z'n eigen leugens vertellen, zei Norman Mailer al. Het onheilspellende aan Zuidoost-Azië: een eeuw van onvervulde verwachtingen is evenwel dat NRC Handelsblad, al weer geruime tijd wereldkampioen zelffelicitatie in de categorieën diepgang en nuance, dit van stalinistische onzin uitpuilende en ronduit leugenachtige boek op 29 oktober 1999, en de week daarop nogmaals, uitriep tot een ‘standaardwerk’. Een paar maanden geleden, op 17 oktober 2003, werd Pluviers boek in dezelfde krant nog eens omschreven als ‘een gedegen en gedetailleerde studie’.
Hier rijst een vraag. Degenen die Irak met Vietnam vergelijken, waarmee vergelijken die Irak eigenlijk? Het lijkt er sterk op dat ze Irak niet vergelijken met een andere oorlog, maar met een verzameling dogma's. Hoe men er ook over denkt, ‘Vietnam’ is het residu van een ideologische discussie uit de jaren zestig en zeventig. En de parallellisten hebben sindsdien hun opvattingen blijkbaar niet bijgesteld, genuanceerd of diepgaander gemaakt. Ze kijken naar een catechismus.
Een paar voorbeelden. Voor de krant van 15 september 2000 zocht NRC Handelsblad een illustratie bij een artikel waarin Jan Sampiemon enkele centrale stellingen uit de Vietnamese catechismus repeteerde. Sampiemon vroeg zich onder meer af waarover de Amerikanen zich in Vietnam eigenlijk druk hadden gemaakt. Vietnam was vol-