half uur per onderwerp. Die negentig minuten moesten worden verdeeld over een rapporteur namens de betreffende vaste commissie, over sprekers van de commissies voor advies, over tien fracties en over de Europese Commissie. Behalve voor de executieve was er een absoluut maximum van vijf minuten. Toen ik voor het eerst één minuut spreektijd kreeg, heb ik uit protest die volle minuut staande in de plenaire vergaderzaal gezwegen, maar dat bleek veel langer te duren dan ik vermoedde.
Bossi was niet van plan te zwijgen, en al helemaal niet om het bij één minuut te laten. Hij begon omstandig met het voorlezen van de eerste bladzijde van het door zijn medewerkers geprepareerde pak papier. Als inleiding bezong hij in prachtige Italiaanse volzinnen de geneugten van de Europese eenwording, waar de Lega weliswaar geen groot voorstander van was, maar dat stond pas enkele bladzijden later. Toen hij op bladzijde twee was aangeland en zijn drie minuten vol waren, begon de dienstdoende Deense vergadervoorzitter wat de keel te schrapen, met zijn hamer te zwaaien en andere tekenen van ongeduld te vertonen. Bossi besteedde er geen aandacht aan. De voorzitter zette zijn microfoon aan en zei iets in een voor Bossi onbekende taal, dus weer geen aandacht. Toen werd de voorzitter boos en riep iets in het Deens, waar wel duidelijk de naam Bossi in voorkwam. Die zette zijn koptelefoon op, waarna de voorzitter nu langzaam en duidelijk, maar natuurlijk wel in het Deens, meldde dat Bossi zijn tijd had overschreden. Dat was voor Bossi een onaanvaardbare uitlating van een ondervoorzitter van het Parlement - dat is in Italië een functie die je slechts aan onbetekenende lieden toevertrouwt. Hij ging dus zonder te reageren gewoon door met zijn speech.
Zo moet je Denen niet behandelen: Bossi werd scherp gesommeerd tot zijn laatste zin en dat terwijl de nadelen van Europa voor Padania, laat staan de wereldwijde voordelen van de luchthaven Malpensa nog niet eens ter sprake waren gebracht. Het ging nu hard tegen hard: Bossi kondigde woedend aan dat hij nu aan een belangrijk deel van zijn redevoering toe zou komen, waarop de ondervoorzitter Bossi's microfoon uitschakelde. Dan sta je in het Europees Parlement machteloos. Je kunt wel iets roepen, maar de akoestiek is dusdanig dat het geluid in het niets van de enorme koepelzaal verdwijnt. Erger nog is dat de tolken, die in geluiddichte aquaria zitten, je helemaal niet meer kunnen horen, zodat ze hun werk staken. Af Bossi!
Na het debat kwam de stemming. Het ging met de hakken over de sloot, en met Italianen van alle gezindten tegen, maar het amendement Wijsenbeek werd aangenomen!
In tegenstelling tot het Nederlands parlement waar de amendering meteen in de wetgeving wordt opgenomen, is het verhaal in Europa daarmee echter nog lang niet afgelopen. Na een eerste stemming moet de Commissie en de Raad van ministers nog akkoord gaan, anders volgt een tweede lezing, waarin elke amendering een absolute meerderheid van het aantal leden moet krijgen. Normaal gesproken zou ik dat dus niet gehaald hebben, maar juist over deze zaak ontstond een enorm conflict met de ministers. Over de Trans Europese Netwerken was immers onder leiding van Kohl door de staatshoofden en regeringsleiders in Essen besloten. Waar bemoeide dit Parlement zich mee, was de opvatting van de ministers, dit was ‘ChefSache’. Hiermee werd het voor het Parlement een prestigezaak en kreeg mijn wegstrepen van de subsidie voor Malpensa ook in tweede lezing ruime steun.
Nu moesten we in directe onderhandeling met de ministers, dat wil zeggen de Voorzitter van de Raad, een aardige Ier, bijgestaan door veertien ambtenaren van de Permanente Vertegenwoordigingen van de andere lidstaten. Dat werd een lesje onderhandelingstactiek op zijn Brussels. De bijeenkomst was in het enorme gebouw van de Raad van ministers. De Parlementsdelegatie stond onder leiding van de vice-voorzitter (later voorzitter, nu minister) Nicole Fontaine, en deze Française was geen dame om lang aan regerings-wensen weerstand te bieden. We werden, om ons murw te maken, eerst een paar uurtjes zonder eten en drinken in een zaaltje apart gezet. Vervolgens kwamen de twee delegaties bijeen, waar bleek dat er een compromis gezocht werd. Nu vloeide de whisky rijkelijk en werden elders hapjes geserveerd in de hoop dat de Parlementsleden daar wel aan zouden bezwijken.
Malpensa moest doorgaan, zoveel begreep ik nu wel, en in ruil mocht ik dan een ander amendement van mijn hand hebben, iets met de meefinanciering van stedelijke infrastructuur (waar de ministers ook tegen waren). Toen tevens, ter genoegdoening van alle linkse en groene afgevaardigden, milieueffectrapportages over alle projecten werden toegegeven, was ik al bijna