Hollands Maandblad. Jaargang 2003 (662-673)(2003)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Zeeburgerdijk Guus Luijters Twee mannen lopen langs de Dijk op de brug blijven ze staan de herfstzon zet de stad in brand zie ze weer verder gaan Ze lopen langs de waterkant ze volgen de rails van de tram maar kijk nu houden ze weer in Wat zegt hij tegen hem? Terwijl zij daar staan te praten denk ik aan Darwins zoon die keek naar de kooi van een neus- hoorn en zei toen op droevige toon: ‘That bird is dead’ dat heb ik maar wat hebben zij? ze hinken allebei een beetje, maar als ze op een terras neerstrijken Is hun hinken voorbij. Ze kijken uit op een schouwburg die allang geen schouwburg meer is zelfs ik ben daar vaak bang Liever ga ik naar het Damrak en zit bij de Rode Leeuw daar draai ik dan aan mijn snorren dat doe ik al meer dan een eeuw [pagina 23] [p. 23] Kleine zeelt Je vangt zegt in het Jordaan-café een man nooit echt kleine zeelt echt nooit vang je een kleine zeelt en iedereen gaat met hem mee Want wat voor vissen hij ook ving vorens brasems blieken echt nooit ving hij een kleine zeelt hoe vaak hij ook uit vissen ging Echt nooit ik reken af en kruis een moeder met haar kind de moeder praat tegen het kind ik ben op weg naar huis Maar pik haar moederwijsheid mee: het leven moet geleefd hiervoor heb ik dus geleefd? dan liever terug naar het café Waar echt nooit kleine zeelt gevangen wordt want zeelt is altijd groot maar op geen stukken na zo groot als kleine nooit gevangen zeelt Vorige Volgende