Hollands Maandblad. Jaargang 2003 (662-673)(2003)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] De berusting Mark Boog Is er met het spelen in de tuin tijd verdaan? We vermaakten ons wel, maar speelden onze vreugde zoals alles. Op zoek, zoals de vogel naar zijn vlucht, naar uitdrukking - een bal, een schommel, een touw: lijnen. De ontoereikendheid van de ervaring! Of woorden van die strekking. Het nut schiet er bij in, maar we leven. We wierpen elkaar de brandende bal van het moment toe, aan- en ontmoedigingen, verwijten, de berusting die we zelf niet wilden. [pagina 11] [p. 11] Mij, schaap Mij, schaap, overkomt niets dan wat de herder wil, wat het gras wil, de lucht, wat de dam en de groene overkant. En ik tors mijn wol mee of het verlies van wol, en ik kijk vol droeve overgave uit mijn glanzende ogen. Ik ben gelukkig met wat ik heb. De tijd verstrijkt als gras, door mij, en elk verzet is hol. De bomen ruisen zinneloos. [pagina 12] [p. 12] Als gieren Als gieren, hyena's, palingen, wij werpen ons op het aas dat de tijd ons toewerpt: het verleden, laten het niet eens fatsoenlijk koud worden. Want het zijn de dampen die ons opwinden, het is het sijpelen, bewijs van leven. We trekken met ferme hoofdbewegingen stukken los, sabbelen, zuigen, kauwen, slikken. Jij, naast mij, aangevallen op hetzelfde juist gestorven uur, glimlacht precies zo gelukzalig. Wij leefden toch maar, we zijn nog warm, we storten ons op elkaar uit niets dan honger. [pagina 13] [p. 13] Men verdraagt zich maar moeizaam Men verdraagt zich maar moeizaam. De spiegels van de tijd en de controleposten van de dag. Als adem vergaan de wolken, nergens stokkend, mij benomen weliswaar maar prachtig. Het scherp gestoken zolderraam, als gat onovertroffen, en het dagelijks bewegen; men zal er maar tussen vermorzeld - verontschuldigingen als wormen door de dag, die daardoor vrucht zal dragen, zich zal slagen. Waarin de spade, waarin de blote hand met weerzin. Vorige Volgende