Hollands Maandblad. Jaargang 2003 (662-673)(2003)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] De dood van de geliefde Paul van den Hove In wat zij achterlaat zal ze verdwijnen - maar nu aan beide kanten -: een standbeeld geteisterd door een plaag van lege pleinen en dan stilzwijgend over hen verdeeld, hoewel niet helemaal, omdat de huizen, hyena-achtig buigend eromheen, bij leven hun bewoners al verguizen als lagen zij in kalihoudend steen, en van niet helemaal ook maar ten dele, daar in de landerijen rond de stad het repeterend groen haar ging vervelen waarmee een god haar op de hielen zat, zodat, om van heel weinig veel te houden, zij rijkdom aan gebrek heeft gelijkgesteld, het weinige herhalend, zoals wouden (voor haar de windvang langs dat ene veld) met bomen doen of avonden met sterren, tot zij verrast werd toen op zekere dag herhaling uitbleef en mijn licht van verre over woud en veld en pleinen lag. [pagina 28] [p. 28] Drie houdingen In de eeuw van bals en bajonetten beschreef een korte knik de sfeer waarin een anoniem geweer hun namen zuiverde van smetten. Zij moesten staan. Wie stond bekende eer. Buigend voor Justitia bootsten zij haar standbeeld na. Later, toen de burgerlijke woning verlicht werd met de wraak van Zeus, zaten zij in leren wambuis op de troon van een verstoten koning. De hendel van het transformatorhuis voerde het spektakel op van hun doorgeslagen stop. Onze volksgezondheid eist inspectie, maar telt geen zielen op een naald. Wie in de leer scholastisch dwaalt kruipt door het oog van een injectie. Zij liggen nu. Op tafels neergehaald trekken zij genezing af van de omvang van hun straf. Vorige Volgende