Hollands Maandblad. Jaargang 2003 (662-673)

[p. 31]

Het onbedacht gebekte
Emma Crebolder

Mijn eerste blik naar buiten
is er nog. Niet om de perenboom
en wespen die hij trof.

Toen ik mij op zoemzijde
in de versbeslapen lakens vlijde
werd ik zo geelgons en
zo geheel des wesps
dat het onbedacht gebekte,
uit hersenschors en luchtpijp lekte.

Men rende met het parend
rijm naar waar een moeder
opzag, peren weckte.

[p. 32]

Opruimdienst

Er lag iets bloederigs
in het gras. Aan de veren
zag ik dat het van de Vlaamse
gaai was. Er moet gevochten
en gesprongen zijn. De beschermde
blauwe distelbollen waren
van hun stengels af.

Ik schep afgewend de resten
op, en maak ze kwijt. Maar rond
het avondeten keren gruwelijke
details breed uitgemeten weer naar huis.