Hollands Maandblad. Jaargang 2003 (662-673)(2003)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] vanboven vellen bruin vanonder Antoine de Kom wit je zit weer zwembroek tussen krom oud ijzer & verwaaiend plastic op een pas geopend strand je bent zo'n huiselijk geval nurks rood en biet en menselijk termiet en wat je nog niet wist is dat je helemaal bezandsuikerd bent. en toch kan je nog lachen: je bent zo olijk als je op een zonnige dag in december maar zijn kan. op dat pas geopende strand. als de enige badgast ooit. vanboven bruin. en vanonder wit. en zo ontdekte je je eigen plot: dat de wind woei om de noord en dat je veel te lang gewacht hebt zo lang dat je werkelijk flamingo's wadend op het wad zag: uitgerekte ganzen hier vlakbij het kale strand de ene schaterende na de andere en met hun veren helemaal verkeerd. de wind zou lauw geweest zijn zeg je en ik hoor je denken dat je scheve komma's in het zand wou zetten toen gebeurde het je voelde je opeens wat nat om de mond. en je droop: had je in vol ornaat de houding van een wadend zich voedende slaperig schrijdende flamingo aangenomen? [pagina 10] [p. 10] zijn dít dan knetterende kiemen van die fijne splinters bot beton metaal zijn dit de morgens toen de lucht nog blauw en zomers gauw nog even zonder gaten gaapte? en er kwam een grote komma aangevlogen en die ging van mits en maar en heel raar in elkaar met dooie vingers in zijn oren en een hoofd vol torenende doden. toen was er zo'n heel klein stofje net nog even die seconde en dat stofje stipte toen het allemaal begon op deze zwart verkleurde foto en verstoof heel zachtjes toen er eeuwig nog van alles kon. tot sturend duwde de verstrooide dood zijn knuppel schuin naar voren tuurt en mikte hij was het die de kruisen zag en met de vogels straten huizen speelt alsof het korrels zijn of door zijn vingers glijdend zand alvast dat stuiven van een steenwoestijn Vorige Volgende