zal kunnen worden getoetst, betreft juist het terrein van de spanning tussen auteur en oeuvre. Daarbij is begrip van zijn bijzondere engagement van doorslaggevende betekenis, in zoverre dat de schrijver bewust buiten de perken van het bestaande cultuurpatroon wilde treden en nadruk wilde leggen op het ingrijpen in de realiteit. Bij Multatuli leidde dit niet tot een soort kinderachtige betrokkenheid bij de actualiteit, noch tot hand- en spandiensten aan politieke groeperingen, maar tot literatuur die een nieuwe plaats voor zichzelf zoekt door als het ware buiten zichzelf te treden, tot een boek dat niet zozeer een beroep doet op de werkelijkheid maar erop uit is die vorm te geven. Dat dit Multatuli voor ogen stond, blijkt uit het slot van zijn roman, de beroemde staart van Max Havelaar, die oneindig veel meer betekent dan postmoderne verwijzingen naar het fictionele karakter van het literaire werk. Hem ging het niet meer om het ‘waarom?’, waar Nieuwenhuys en de Multatulianen over spreken, en ook niet om het ‘hoe?’, dat Sötemann ontleedt. Zijn probleem lag ergens anders; in ruimte en tijd lag zijn vraagstuk vóór het kruispunt waarop de vragen ‘waarover schrijven?’ en ‘hoe schrijven?’ zich splitsen.
Bij Multatuli was - anders dan lijkt uit de literatuurwetenschappelijke discussie - het probleem nooit opgedeeld in de aparte, opzichzelfstaande vragen ‘waarover’ te schrijven en ‘op welke wijze’ dit te doen. Uiteraard jongleert Multatuli met allerlei literaire conventies, past hij uiteenlopende verteltechnieken toe, vermengt hij stijlen, maar de studie van die aspecten van zijn schrijverschap in isolement leidt tot niets. De echte organisator en heerser in Max Havelaar blijft hijzelf, Multatuli, de spelletjes en goocheltrucjes laat hij zijn vertellers spelen (Droogstoppel, Stern, Sjaalman en bij de tafelgesprekken zelfs Havelaar). Multatuli blijft al die schijnbewegingen voortdurend beheersen, en hij legt dan ook op het cruciale moment zijn vertellers het zwijgen op om zelf de pen op te nemen.
Multatuli's houding zich niet als schrijver te willen voordoen maar toch bewust als schrijver de traditionele perken van de letteren te overschrijden, komt niet alleen in Max Havelaar voor. Wel is deze roman de plaats waar Dekker voor de eerste keer openlijk met de literaire conventies speelt om die tenslotte te doorbreken. Maar het gaat niet om een doorbraak op het artistiek terrein vanwege artistieke redenen. Hij gaat nog een stap verder, want voor de auteur van Max Havelaar was de literaire uitdrukkingsvorm niet te scheiden van zijn wereldbeschouwing. Zijn ‘stijl’ was de ‘zaak’ (en omgekeerd) en is tenslotte hemzelf geworden.
Zo vatte hij dit reeds op in de brieven aan Kruseman die hij in 1851 uit Indonesië stuurde. Maar zijn innig verlangen om de literatuur een andere plaats binnen de cultuur toe te kennen, is tevens elders te bespeuren. Het geldt voor het zo dikwijls misverstane Minnebrieven en tot op zekere hoogte ook voor het quasi-vervolg daarop Miljoenenstudiën (volgens Multatuli tenminste ‘honderd Havelaars’ waard), maar zeker voor zijn Ideeën. Aan het ontstaan van de Ideeën ligt immers de fundamentele idee ten grondslag om de scheidingslijn tussen verhaal en betoog, geschiedenis en beschouwing, informatie en waardeoordeel, Dichtung und Wahrheit te laten verdwijnen.
Vanuit dit standpunt dient men Multatuli's oeuvre altijd als een geheel te beschouwen en ook te volgen langs de chronologische lijn: Havelaar, Minnebrieven, dan Ideeën, Miljoenenstudiën en tenslotte tal van brochures. Het zijn even zo vele pogingen om steeds opnieuw een nieuwe plaats in de samenleving te vinden voor literatuur en om steeds weer een andere vorm te proberen, in de hoop de tijdgenoten zíjn opvattingen en zíjn manier van denken te doen accepteren. Als de maat van bitterheid vol was, deed ook hij concessies omwille van die acceptatie, maar hij dwaalde nooit van de uitgestippelde hoofdlijn af. En onverbeterlijk dromer als hij was, kwam hij geregeld terug en ondernam nieuwe originele pogingen.
De schrijver Multatuli is kortom op zoek naar strategieën om zo doeltreffend mogelijk te zijn en het grootst mogelijke effect te bereiken. Maar het gaat hierbij niet om literair effect of politieke doeltreffendheid - althans daarom gaat het niet alleen. Bij Multatuli groeide de zoektocht uit tot de cruciale problematiek van zijn schrijverschap, problematiek die de kwestie van de artistieke aanpak verre oversteeg. De technische geheimen van zijn atelier dienden niet om het kunstwerk te versieren, maar hun belang hing rechtstreeks af van de nawerking ervan buiten het zuiver literaire veld. Hij schreef niet omwille van de esthetiek en niet omwille van de ethiek, maar omwille van