Hollands Maandblad. Jaargang 2002 (650-661)(2002)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Paul Gellings Achter de horizon Voorbij de laatste tuinen begint de aarde te glooien onder een leger van maïs. Dan aardappelvelden als vergeten matrassen op braakland, populieren en vlieren, de spoorlijn, een akker waar het graan van af is geslagen. Over de laatste weiden drijft nevel mijn kant uit en daarachter al is het september, zakt de zon in daken, in muren, tussen hekken die staan te roesten aan de andere kant van de stad. Daar slapen mijn vrienden onder hun stenen. Ze komen niet terug. Ze komen alleen terug als ik slaap en niet weet dat ik slaap. In het donker, achter de horizon. [pagina 24] [p. 24] November De maand begon dit jaar met taaie zomer, loom nog en ook lauw, zonsverduistering pastelgetint, oudblauwe en oudroze poppenhuizen aan de horizon. Er was uitgebreid gestorven en ook godsgruwelijk voorbijgegaan door oude mensen en door dingen. Vergankelijkheid die om zich heen vrat als een draak. Niet één seconde die er niet aan ging in zijn hete adem. Het hier en nu ondenkbaarder dan ooit. Met Allerzielen kwam de rust. Bokalen met chrysanten hielden de wacht op tegelvloeren in het bos. Dodenakkers van gepolijst graniet. Condens onttrok de bloemen aan het oog. Ze kregen zwarte voeten, koudvuur in een troebel badje. De winter echter liet nog even op zich wachten. Nu trilt het laatste blad als een vergeten zakdoek in een magere hand die probeert vaarwel te zeggen terwijl hier niemand is om naar te wuiven. Oranjerood tegen een porseleinen hemel. Alle terrassen in de stad bijeen gerold en in serres opgeslagen. De zon ziet bleek, soms slaat de maan een wak dwars door de wolken. De stormen van dit jaar - zij woedden binnenshuis. [pagina 25] [p. 25] Nu trilt het laatste blad waarin de kleur gaat doven. Loslaten zal het, vallen en met andere verfrommeld verdwijnen tussen bomen of eindigen op een grote berg lotgenoten. Vorige Volgende