Hollands Maandblad. Jaargang 2002 (650-661)(2002)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Sjef Welling Gouden tand Een gouden tand bijt de zon kapot en glimlacht als klinknagel in het gelaat naar standbederf. Nog een keer wordt huid om toverbalogen tot barstens toe strakgetrokken. De rijke graanschuren en volle potten liggen onder een kraslaag van het testament. Heimelijk kraakt dan een tang het goud uit de kaak. Met een muntstuk onder de tong wordt men op reis gelegd in een zwarte zwijgstoet naar zelfbetaald sterven. En de zon, de zon kon niet stuk vandaag. [pagina 55] [p. 55] Sterfschelp Langs de boorden van het IJsselmeer groeit al eeuwen het wachten. Vandaag de dag is het keurig gevangen. Vierkante plaggen tussen de huizen lossen de weduwepuzzel op. Ik vond daar een schelp opengeklapt: een bed met paarse amechtige verdachte geplet permanent en witte pantomime. Parelmoer pyjamabehuizing en wachtend op die laatste oostenwind die sterfschelpen uitharden zal. Vorige Volgende