Hollands Maandblad. Jaargang 2002 (650-661)(2002)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Antoine de Kom waarheid is een naakt uit uruguay naakt juana je naakte lichaam sprak en warmer zijn er op je koude aarzelende lippen verzen te lezen waarin je bloot en met een blos al opstaat wat afwezig glimlachend naar de rozen die langzaam uit je vingers bloeien. je hebt ze één voor één gekust. en dan loop je te zingen door de kale gang die ene blinde even enige in heel montevideo. je bent juana van uruguay. zo oud met van die doorns nog onder je vel. en door de pijn vergat je de vergetelheid. ze hebben je gehad juana. je was amerika maar nu is het gaan regenen. nee jij ligt nooit meer tussen zachte kussens. met die miezerige regen zijn de laatste uren van de nacht bedorven. 't is kil. je merkt het niet je bent al niet meer die versteende slaapster waar het onbeslapen bed uit naam van velen tegen beter weten in om vroeg [pagina 33] [p. 33] zomer & winter nota bene bijna in hun blootje hoezo is liefde loom en zomerend en winters? weet jij dat hadewijch? iets liefs - nee ga toch zitten - hadewijch. luister: iets liefs. daar weet jij toch meer van? zo'n visioen van zomer en winter die zomaar tropisch en omdat het grote regentijd was op een dag in schaarse zwemkledij verschenen zijn. het was een film & liefde op het eerste gezicht tussen die zomer en die winter. - je blijft toch wel naast me zitten? hadewijch? - de oude cast. hun film zwart-wit. en denk je in: een houten zeer benauwde bioscoop met zulk publiek dat snakt en smakt en schaterlacht. nu het buiten ruist en regent en de straten onderlopen hebben ze elkaar. zomer & winter in elkaars armen. na de pauze met versnaperingen zijn ze bij de zogenaamde rotsen op het strand ontwaakt. als slaperige en nog wat zwoel uit hun ogen kijkende engelen. twee engelen die prompt in het donkerblauwe water op het vrijwel rimpelloze doek zijn opgelost: aardedonker is het nu men vloekt en tiert en spuugt. maar hoor je dat het stil wordt hadewijch? en dat het buiten niet meer ruist? voel je dit gedicht leeglopen als een bioscoop terwijl het tussen deze regels aldoor veren regent? Vorige Volgende