‘Houd op!’ riep hij, ‘Houd verdomme op.’
‘Niet vloeken,’ zei de andere blanke man. ‘Niet vloeken.’
‘Moet je nog plassen?’ zei ze nu vlak bij zijn oor, ‘Moet de blanke man nog plassen. Plas maar. Psssss... Pssssss...’
‘Houd op,’ zei hij en hij stond weer op. ‘Houden jullie verdomme nu eens op.’
‘Ssttt,’ zei de andere man. ‘Niet doen.’
‘Hij is bang,’ zei de Turkse jongen. ‘Hij is bang. De blanke man is bang. Waarom? Dat hij gaat plassen? Maar dat doen we allemaal. Plas maar. Toe maar.’
Hij ging weer op een bank zitten en deed zijn benen over elkaar. Wanneer was deze ellende voorbij? Morgen zou hij naar de hoeren gaan. Ja, hij zou zo'n zwart vrouwtje eens goed gaan naaien, dat had hij wel verdiend na dit. Die kutbuitenlanders, ze moesten allemaal weg. Allemaal.
‘Zeg ouwe,’ zei het Surinaamse meisje en ze kwam weer naast hem zitten. ‘Kan je nog een stijve krijgen? Zal ik jou hier eens lekker verwennen.’
‘Nee,’ mompelde hij. ‘Nee.’
Ze trok zijn rits naar beneden en stak haar hand in zijn broek.
‘Niet doen,’ zei hij bijna huilend en probeerde haar weg te duwen. ‘Niet doen.’
‘Oh wat een mooie grote blanke lui,’ zei ze, ‘en zo lekker hard. Zal ik hem eens verwennen.’
‘Nee,’ zei hij huilend. ‘Houd op.’
‘Kom maar bij de zwarte mevrouw,’ zei ze. ‘Kom maar...’
Hij stond op en ritste zijn broek dicht. Hij ging weer op een andere plek zitten. Een van de Turkse jongens kwam weer naar hem toe.
‘Vind je eigenlijk dat wij mogen stemmen?’
‘Nee,’ mompelde hij. ‘Ik bedoel, ja, natuurlijk. Jullie moeten ook stemmen. Graag zelfs.’
‘Psssss..,’ zei hij, ‘zie je hem voor je. Een witte pot waar je lekker in kan zeiken. Pis maar, pis maar, bange, blanke man.’
‘Wat hebben jullie tegen me,’ huilde hij, ‘wat hebben jullie in godsnaam tegen me. Ik mag toch stemmen wat ik wil? Dat mag ik toch?’
Zijn gezicht vertrok. Nee, dacht hij, nee... De metro zette zich opeens weer in beweging.
‘Dames en heren,’ zei de speaker, ‘we rijden weer. Nogmaals onze excuses voor het ongemak. De volgende halte is Centraal Station. Iedereen dient hier uit of over te stappen.’
De metro naderde het perron en remde af.
‘Zal ik mijn telefoonnummer geven?’ zei het Surinaamse meisje. ‘Twintig euro.’
‘Ja,’ zei hij. ‘Alsjeblieft.’
Hij gaf haar een pen en een papiertje. Zij begon te schrijven. Hij pakte het aan en las: blanke lul.
‘Moet je niet uitstappen?’ zei de Turkse jongen.
‘Nee,’ mompelde Van Vliet, ‘Ik ben iets op mijn werk vergeten.’
De Turkse jongen begon hard te lachen en rende de metro uit naar zijn vrienden. Hij riep nog iets maar Van Vliet wilde het niet meer horen. Toen iedereen weg was, stapte hij uit. Hij trok zijn jas naar beneden en liep in een snelle tred naar de uitgang. Blanke lul, bonsde het in zijn hoofd.