wereldbeeld het vanzelfsprekende en onbetwistbare wereldbeeld. Derhalve zijn zij verbaasd - neen: verbolgen, zelfs geschokt - als nieuwelingen hun positie aanvechten, hun autoriteit tarten en hun zelfbeeld belachelijk maken. Dat gebeurde in de jaren zestig, en dat gebeurde thans opnieuw. En net zoals de gevestigde partijen, gevestigde burgers en gevestigde media van destijds, reageerden de gevestigde partijen, gevestigde burgers en gevestigde media van nu op de uitdaging dus met ongeloof, verbolgenheid en zelfs geschoktheid. Men reageerde op allerhande manieren eigenlijk, behalve met besef van de situatie waarin men zich bevond.
Pim Fortuyn was een columnist die veel gemakkelijker sprak dan schreef, hij was ook een exuberante narcist met incoherente, a-intellectuele, megalomane, opvallend provinciale en vloeibare, maar niet compleet oninteressante politieke aspiraties. Maar als hij iets belichaamde, dan was dat naast de overwinning van vorm over inhoud bovenal ook het tekort van de Nederlandse elite.
Wie terugkijkt, ziet dit belichaamt in de routine waarmee zijn tegenstanders Fortuyn in het versleten Nederlandse goed-foutschema trachtten te duwen. Maar de sneren over ‘extreem-rechts’ of ‘racistisch’ of Haider dan wel Le Pen, maakten alleen maar duidelijk dat men niet begreep dat deze gekmakende nieuwkomer niets met de jaren dertig te maken had, maar juist in alles een kind was van onze tijd: ijdel, egocentrisch, ongeduldig, infantiel en verwend, maar ook open, direct, onomwonden, ongebonden en zonder enig historisch perspectief op hetgeen hem bezielde en op hetgeen hij losmaakte.
Wat de laatste maanden in Nederland voor onze ogen werd opengescheurd, is een cultureel en intellectueel breukvlak. En de politieke, journalistieke en intellectuele elites die zich nu belaagd weten, hebben hun deconfiture aan niemand dan zichzelf te danken. Zij hadden het te goed getroffen met zichzelf, en hun incestueuze autisme maakte hen blind voor de veranderende wereld. Sommige Fortuyn-aanhangers hebben de media beschuldigd van demonisering van hun held, maar veel erger is dat de media hem in het geheel niet begrepen als een maatschappelijke barometer, als een teken dat er iets rot was in de fundamenten van de samenleving waarvan zij zich de hoeders waanden. Een dergelijk mistasten maakt men slechts pijnlijker door zoals het dagblad Trouw het ene moment een column af te drukken waarin Fortuyn met Himmler en Hitler wordt vergeleken, en pal na de moord een geheel katern aan hem te wijden als ‘de dappere zoon van Nederland’.
Au fond deed de houding van de elites tegenover de opkomst van Fortuyn onthutsend veel denken aan die van de blanken in Zuid-Afrika aan de vooravond van de val van hun regime. Zo rond het zwembad was het baaie gezellig met z'n allen, en die zwarten in hun townships zouden uiteindelijk toch wel inzien dat zij toch het beste met hen voorhadden. Flet maatschappelijk rumoer werd opgevat als multiculturele achtergrondmuziek.
Dit klinkt als een absurde vergelijking, maar hij is terecht getrokken door politicoloog Jos de Beus. Volgens hem heeft het poldermodel gezorgd voor een gesegregeerde samenleving waarin de voorspoed van de ene helft ten koste ging van het welzijn van de andere helft: ‘In de praktijk heeft het een Nederlandse apartheid bevorderd. De mensen die het zich konden permitteren, zijn gevlucht voor het werkelijke samenleven.’
Wat hij waarschijnlijk ook bedoelt, is de tweedeling tussen de verbaal begaafde Sprachherrschaftsklasse en de groepen die zich financieel dan wel intellectueel geen ironie of linkse lifestyle kunnen permitteren. En wat hij misschien ook bedoelt, is dat terwijl de segregatie en verpaupering in de binnensteden toenam, de salarissen bij topfunctionarissen in de semi-publieke en gesubsidieerde sector (zelfstandige bestuursorganen, onderwijs, Commissariaat voor de Media, novib, zorg) - waar ‘links’ de mars door de instituties met succes volbracht - ‘onwenselijk’ sterk zijn gestegen zoals de minister van Binnenlandse Zaken het onlangs uitdrukte. Dit alles is niet onopgemerkt gebleven.
Het werkelijke drama is echter dat de oude elite in de jaren zestig de usurpatoren nog een goede burgerlijke vorming had meegegeven. De belaagde elite van nu heeft dat niet gedaan. En vooral dat is hun kwalijk te nemen. Hun erfenis is een verkruimeld zandkasteel van politiek correcte gemeenplaatsen middenin een intellectuele woestijn waar sbs6 en yorin de belangrijkste culturele horizon vormen. Dat is geen plek om gerust naar de toekomst uit te kijken.