Hollands Maandblad. Jaargang 2002 (650-661)(2002)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Esther N. Segaar Vanzelfsprekend Vittend op de kookkunst, op het stopwoord, op altijd de muziek. Uit het wakker verleden groeit stille bewondering voor dat geduld, gegeven de grens. In liefde voor wat ik ooit verlangde. Stamel ik mijn roestige scheldjes tot ze uiteenvallen in de grote verdwijntruc die zich uitvindt: een ogenblik. [pagina 10] [p. 10] Gouden sieraden met balletjes van zilver Als naar het oneindig dikke boek - in Shakespeare's Summer's Day gevat -, het ene paradijs het andere verbleken doet, de vraag van schuld, onmeetbaar, ondeelbaar, oninvulbaar, zijn plaats vindt in de bibliotheek van twee levens, als alle verwondering pijn opzij zet, ons gefluister wonden heelt en maakt, zit ik verstrikt in het Hooglied. ‘Mijn eigen wijngaard heb ik niet bewaakt, een appelboom lijk ik, met mijn haar als een kudde geiten kom ik van de Libanon. Hij is als een bundeltje mirre, dat rust tussen mijn borsten. Mijn vingers van die gloeiende substantie overnachten in de zijne tussen de hennabloemen. Zijn wangen, perken van kruiden. Wie wil deze liefde blussen?’ Dronken worden. Vorige Volgende