nistische manuscript De terugkeer van de goden meegenomen en onthult hem nu dat hij op een dag zal worden ontdekt, net als Pessoa zelf zal worden ontdekt. Door de gehele wereld.
Met Requiem bewees Tabucchi zijn omvangrijkste hommage aan Pessoa. Aan het begin leest de verteller op een snikhete zondag op een Portugees landgoed in Het boek der rusteloosheid en opeens is hij aan een kade in Lissabon en wacht hij op ‘misschien wel de grootste dichter van de twintigste eeuw’ die hij (in de vertaling van Piet Jansen) oneerbiedig ‘die gozer’ noemt. In plaats van hem ontmoet hij andere personages, onder wie de Manke Lotenverkoper uit Het boek der rusteloosheid. In de volgende hoofdstukken beweegt de verteller zich als in een hallucinerende droom door Lissabon waar hij allerlei figuren ontmoet, zoals de suppoost van het museum waar hij Jeroen Bosch' Verleidingen van de Heilige Antonius bekijkt.
Het laatste hoofdstuk van Requiem is gewijd aan een avondmaaltijd met iemand die de verteller omschrijft als ‘de Invité’. Ze eten in een restaurant dat een literair menu heeft, waarvan de ‘ingrediënten’ zijn ontleend aan het Portugese avant-gardisme. Behalve over verschillende soorten voedsel en wijn, gaat het gesprek over het leven van Pessoa en over diens literaire opvattingen. De Invité is niemand anders dan Pessoa zelf.
Dezelfde ontroering is ook enigszins aanwezig in O ano da morte de Ricardo Reis (1984) van José Saramago. De roman, die in 1991 door Harrie Lemmens werd vertaald als Het jaar van de dood van Ricardo Reis, vertelt hoe Reis - een van Pessoa's heteroniemen in 1935, na de dood van Pessoa, terugkeert naar Lissabon en probeert als arts aan de kost te komen. Reis begint een seksuele verhouding met het kamermeisje Lydia en wordt tegelijkertijd hevig geïntrigeerd door een jonge vrouw met een verlamde arm uit de bourgeoisie van Coimbra. Deze affaires zijn duidelijk een commentaar - Lydia was de muze van Reis' oden - op Pessoa's (platonische) relatie met vrouwen, in het bijzonder die met Ofélia Queiroz. Belangrijker is dat Reis langzamerhand ook kennismaakt met de politieke situatie in Portugal.
Via het kamermeisje verneemt hij allerlei geruchten over de manier waarop het leger opstandige soldaten en matrozen liquideert. Zelf wordt hij verschillende malen op het bureau van de geheime politie pide ondervraagd. Net als Josef K. uit Kafka's Prozess weet Reis niet waarom. Een paar keer heeft hij zelfs een gesprek met Pessoa, die na zijn dood kritischer blijkt over het bewind van dictator Salazar dan tijdens zijn leven. De dode dichter betreurt het eveneens hevig dat de vermaledijde kerk zijn vroegere formuleringen over het ‘heilige Portugal’ overneemt. Het lijkt erop alsof Saramago zijn personage Pessoa postuum afstand laat nemen van zijn nationalisme en van de rechtse politieke overtuigingen waarvan hij blijk gaf.
Het personage Reis moet Saramago na aan het hart liggen, want in zijn tweede roman, Levantado do chão, (‘Van de vloer getild’; 1979) trad hij ook al eventjes op. Een van de hoofdpersonen krijgt gastvrij onderdak van ene Ricardo Reis en diens vrouw Esmerelda. En in de roman A jangada de pedra (‘Het stenen vlot’; 1986), komt hij even voor als een naam in een hotelregister.
‘Het stenen vlot’ wordt op dit moment door onze landgenoot George Sluizer verfilmd. Het is een merkwaardig boek, waarin het Iberische schiereiland losbreekt van de Pyreneeën en westwaarts gaat drijven. Vijf mensen trekken zich niets van de algemene paniek aan en trekken in een queeste door het voormalige schiereiland. Saramago verzet zich met deze roman impliciet tegen een aantal centrale opvattingen van Pessoa. Spanje en Portugal horen volgens hem meer bij elkaar dan bij de rest van Europa en het zijn doodgewone mensen (en een hond) die een lotsbestemming krijgen. Geen grote ontdekkingsreizigers en zeevaarders. Hij maakt ook een grapje over Pessoa's Mensagem: als er een golf van nationalisme over Portugal slaat, waar een nationale regering van eenheid aan het roer staat, is die bundel opeens erg in trek bij het publiek.
Hetzelfde motief van eenvoudige mensen, die de rol van de Grote Ontdekkingsreizigers overnemen, hanteerde Saramago in de novelle, O conto da ilha desconhecida (‘Het verhaal van het onbekende eiland’). Een man vraagt de koning om een boot: hij wil ‘het onbekende eiland’ vinden. Maar er zijn geen onbekende eilanden meer, antwoordt de koning. De man krijgt toch zijn boot en samen met een schoonmaakster die zich bij hem heeft gevoegd, kiest hij zee. Arm in arm staan ze aan het roer van het schip Onbekend Eiland, op zoek naar zichzelf.
Het nationalisme van Pessoa komt uitgebrei-