Hollands Maandblad. Jaargang 2001 (638-649)(2001)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Co Woudsma Wij gireren altijd Ik zat, zoals elk jaar, te wachten tot mijn bus geteld was. Dames maakten van vijf straten geld een plattegrond. Ik dronk mijn koffie, keek naar jou. Je was weer één jaar ouder, net als vorig jaar. Vol lof was iedereen over de ogen van je kleine zusje. Uit beleefdheid of een soort rechtvaardigheidsgevoel, in elk geval te laat, zei iemand dat ook jij heel mooie ogen hebt. Dat is, wist jij, niet waar. Je bloosde nauwelijks. Waarom prees ik je alledaagse ogen niet? Mijn leugen was gemeend geweest. De opbrengst viel dit jaar wat tegen, toch mocht ik een balpen of een zakagenda mee naar huis. Ik was weer één jaar ouder, net als volgend jaar. [pagina 17] [p. 17] Inversie Bij onze ogen liggen velden. Wat bloeit daar? Een rechthoek groen met witte draden, een vlak, een vak met gele en wat zwarte draden, een groei die rust, een stille oogst. Velden zonder mensen. Niemand sluit bij schemering een hek. Vorige Volgende