Hollands Maandblad. Jaargang 2001 (638-649)(2001)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Margreet Schouwenaar Voorhang Hier staat voldongen het heden met niets om over te spreken. Geen woord om te wennen. Een God kan zonder, zijn tafel is beschreven met de letter van een wet die eenmaal geleefd zich tegen moet spreken. Zwijgen dus in iets als zin. Geen woord voor ogen. Geen uitzicht open. Niets beslaat. Niets breekt. Het is vandaag de stilte die eeuwig heet, die een onafzienbare regel bemeet waar staat te lezen dat men het onthouden moet vergeten, dat men het leven ten eerste moet leven. Steen voor steen. Stoel na stoel. Dat men de letters moet bemuilen, moet scheuren om namen te laten staan als gestalten in een deur. Iets of iemand wordt verwacht. De deur is open. Kamer bij dag. Bladerend licht. Niets op het eerste gezicht. [pagina 17] [p. 17] Fragment Een moeder deint in de zee. Een net behoudt haar aangekochte krullen. Haar borsten op het waterdek wiegen zedig. Zedig zonder meer als staat zij in een werkpak temidden van de stilte. Als vraagt zij zich af waar te beginnen in het platte vlak. Fragment van een overzicht: zij oefent het offeren. Haar doel is onbekend. Haar hoop haast willekeurig. De hoeven van haar lijdzaamheid slaan nauwelijks sporen. Alles is gebeurd, alles is gevormd. Het eten voor de mand. Het broodje voor de mond. Het tentje voor aan zee. Het kind, tussen de voetstappen aan de waterkant, zwaait met plompe handjes. Fragment uit een stilstand: wat onder zit komt voor een oog niet boven. Een moeder lacht in een aanhoudend, in een voortdurend pogen haar tanden bloot. Voor later de foto. Vorige Volgende