Hollands Maandblad. Jaargang 2001 (638-649)(2001)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Co Woudsma Vraag Zomerse meisjes, wat doet jullie dijen gedijen? Trainen of eten? Voor judo? Van vette gebakjes? Grepen, met gratie vergrendelend, knellende klemmen? Slagroomverzadigde taartjes, een Mekka van mokka? Klevende grepen. Een machtige aanval op eten. Stevige taartjes. Het scoren van romige punten. Stevige dijen met sportzweet en smetten van mokka. Machtige dijen van roomblanke meisjes met plekken. Mokkende meisjes met spierpijn en zoetige vlekken. [pagina 19] [p. 19] Lot Dat jij mijn Lot bent, kan ik aan je zien: je lach is haast te lief. Ik heb gehoopt, omdat je met een glimlach brood verkoopt, gewanhoopt omdat ik je niet verdien. Zoals je mij mijn wisselmuntjes geeft, en mij een prettig weekend wenst. Wat nou, een prettig eenzaam weekend zonder jou? Zoals je 's avonds vroeg de vloer aanveegt. Onder je schort je borsten, op je schort een bordje ‘Lot’. Mooi noodlot, breek mijn trots: er zit veel zachtheid in mijn harde korst. Ik wil me in je kwijt, in jou bestaan, want altijd denk ik aan je glimlach, aan je bijna-jongenskont, je haar van graan. Vorige Volgende