ramount Pictures) and Rupert Murdoch's News Corporation (meer dan 25 miljard, onder meer eigenaar van HarperCollins en William Morrow). Wat betreft boekenproductie wordt ook nog meegespeeld door de concerns Holtzbrinck (Duitse eigenaar van onder meer de grote Amerikaanse uitgeverijen Henry Holt, St. Martin's Press alsmede Farrar, Strauss & Giroux) en Longmans-Pearson (Pearson is de grootste boekenuitgever van de vs met onder meer Penguin-Putnam en de gehele Dutton-groep als kroonjuwelen).
Dat deze concerns met hun - soms ooit eerbiedwaardige - uitgeefdivisies onderling kwartetten, is tot daar aan toe. Pijnlijker is dat voor het behalen van hogere rendementen uitgevers steevast hun eigen wonderolie slikken: meer titels produceren en bezuinigen op alles wat niet met marketing en p.r. te maken heeft. Het resultaat is een wereldwijde verwarring van omzet en winst, en bovenal een wereldwijde overproductie van boeken, en sterker nog: een overproductie van slecht verzorgde en nauwelijks geredigeerde boeken die lijden aan een fatale overdosis marketing.
Het probleem hierbij is dat het boek qualitate qua niet voldoet aan de hoge rendementseisen van de moderne aandeelhouderseconomie. Sterker nog: de algemene uitgeverij is inherent een bedrijfstak met gelimiteerde rendementen. Men kan een mega-seller hebben, men kan twee mega-sellers hebben, men kan drie achtereenvolgende top-jaren hebben, maar op de lange termijn en in het algemeen gesproken is de uitgeverij een bedrijfstak met hoge risico's, bescheiden marges, een onduidelijke marktvraag en een beperkte opbrengst van investeringen.
In overtreffende trap: uiteindelijk kan een uitgever op de lange termijn slechts verdienen aan een boek door het te voorzien van added value. Ik bedoel dat een boek slechts een duurzaam product wordt door een toegevoegde waarde van redactie, toewijding, verzorging, intellectuele begeleiding. Dit toevoegen van waarde is het werk van de uitgever, en het is een onmisbaar ingrediënt wil het boek in culturele maar ook in economische zin overleven. Hoe minder added value door een uitgever in een boek wordt geïnvesteerd, des te korter het mee kan, en des te groter de kans dat de lezer het uiteindelijk verwerpt.
Hieruit blijkt dat het op korte termijn gokken op rendement door het bezuinigen op de tijd die men in een boek investeert, zoals door het achterwege laten van inhoudelijke en stilistische redactie - een wereldwijde trend, niet in de laatste plaats in Nederland -, en het opkrikken van de omzet door groeiende titelproductie (dus lagere drempels om iets in boekvorm te gieten), op lange termijn een schot in eigen voet is. De geproduceerde boeken worden steeds korter houdbaar, de gang naar De Slegte moet steeds sneller gemaakt en de lezer verliest binding met het boek. De moderne uitgever knaagt kortom aan de overlevingskansen van het product dat hij maakt.
Het inherente beperkte rendement van boeken (en van kranten for that matter) betekent overigens dat vroeg of laat de tendens tot concentratie onherroepelijk zal leiden tot de-concentratie. Precies ditzelfde proces heeft zich ook al in de jaren zeventig voorgedaan (toen onder meer Elsevier alle voordien verzamelde algemene boekactiviteiten afstootte). Men behoeft dan ook geen visionair te zijn om te kunnen concluderen dat een uitgeefconcern als de pcm-groep pas succesvol naar de beurs kan als men eerst de boekendivisies en de krantentitels afstoot. Paradoxaal genoeg dient men zichzelf dus eerst op te heffen, om te kunnen renderen. Een niet erg geruststellend vooruitzicht voor werknemers en investeerders.
Dit is nog iets voor de toekomst; vooralsnog zijn uitgevers momenteel bovenal ongeduldig, ontevreden en onachtzaam jegens het boek, en derhalve te beschouwen als bedreiging ervan. Toch bestrijden zij veeleer elkaar dan het boek en derhalve vormen zij niet het belangrijkste gevaar.
In het navolgende zullen de grotere bedreigingen voor het boek onder ogen worden gezien. Het gaat hierbij om schrijvers, propagandisten (onder wie journalisten) en het onderwijs. Het zal duidelijk worden dat er reden voor bezorgdheid, maar niet voor somberheid is. Het boek is sterker dan lezers, uitgevers, schrijvers, propagandisten en onderwijzers bij elkaar.
(Wordt vervolgd)