Fietsplezier
door A. Moonen
Op woensdagochtend de zesde oktober jongstleden is mij omtrent halftien een prettige doodsmak vanaf fiets overkomen. Ik schijn door te abrupt remmen of iets dergelijks over stuur heen nogal hard tegen drukke verkeersweg gevallen te zijn. Kort bleef ik liggen, terwijl vrachtwagens langs mij denderden. Bezorgd kwamen twee dames uit hun auto genaderd. Enkele omstanders keken nieuwsgierig toe.
Half strompelend begaf ik mij met de fiets aan rechterhand naar gezondheidswinkel Andijvie. Vroeg iets tegen de dorst. Ze kennen mij daar van radio en televée, maar ook in werkelijkheid, al ben ik dan geen echte natuurvoedselapostel die graag onbespoten troep vreet. Ik kreeg een blikje ‘Ginseng orange ginger’ aangereikt. Tetterde wat tot het deze winkel drijvende jeugdige echtpaar en bewonderde hun onlangs geboren dreumes. Vond ik bij 't mooie joch troost? Er had zich een interne pijn boven m'n linkertiet vastgezet, trekkend naar rechterschouderachterkant, ook binnenwaarts.
Bezorgd begon ik mij thuis in afbraakpaupergetto de verdere dag af te vragen hoelang ik door dit grapje niet meer geïnspireerd zou blijven. Plots duikelde ik van literaire roes naar zwakzinnige staat. Bleek weer eens dat Hikmet die om drie uur 's middags zou komen, ondanks zijn vervelende nevenverschijnselen (zonder Turks-Koerdische bijsluiter) een helende werking op mij heeft.
Langzaam aan begon de zwakzinnigheid af te nemen. Zelfverpleging - hete douchesproei tegen pijnlijke plekken - telefoontje naar dokter Zee; Hikmet zijn aanwezigheid plus bedwarmte binnen scheepshut. Zelden besefte ik zo donders goed niet alleen te staan in opgedrongen levensvreugde namens de duivel zelf. Ik was wel weer teruggekeerd als voordrachtsman op 5 oktober, maar had letterlijk en figuurlijk een duikeling gemaakt via door ‘vakman’ in de lente geleverd rijwiel, welk onding van begin af aan niet had gedeugd, net als de bovenapostel wiens schuld 't feitelijk echt is geweest dat ik zo heb geboft met deze fiets, omdat hij zich mijn gezamenlijk met wijlen de buurtkennis van overbuurman gekochte tweewieler bleef toe-eigenen tijdens m'n langdurige inzinking, waar ik besloot 's winters niet te fietsen.
Vooral in bed neemt de inwendige pijn toe tijdens wenden en keren. Donderdags zal dokter Zee de zoveelste foutieve diagnose hebben gesteld. Meestal gebeurt dit tegenwoordig door huisartsen telefonisch, zogezegde afstandsbediening. Ditmaal echter in de spreekkamer. Hikmet wil maar niet inzien dat ik finaal ben uitgeschakeld voor gebruikelijke bedgym als het weekeinde nadert. Beweging blijkt bekant onmogelijk.
Er volgt een totaal slapeloze zaterdagnacht, waarin ik onder meer de balans van ruim twaalfenhalf jaar terugkeer naar geboortestad opmaak.
Op zondag bel ik de doktersdienst. Een zekere Moniek stelde mij gerust: het kon weliswaar een gebroken rib of kneuzing wezen, doch wat dokter Zee schijnbaar niet nodig vond te zeggen, namelijk a) 't maken van een röntgenfoto; b) dat het euvel lang kon duren, vernam ik van onze Moniek.
Ik besloot Donald Olie op te bellen. Hij heeft immers anatomie geleerd als vroegere sportleraar/masseur. Ik vroeg wel of wij 't ernstig konden houden, want lachen bezorgde mij evenzeer pijn, net als hoesten, niesen en drukken op de wc of waar ook. Dat hij ook eens een gebroken borstrib had bereikt wist ik niet. Uiteraard lachten wij ons toch weer een kriek. Hij adviseerde me naar eerstehulppost te gaan en te zeg-