[633-634]
Deze maand
Hoe overdonderend de wereld ook veranderd is in de vorige eeuw, versneld en verdicht en gecompliceerd, de burger leeft nog ongeveer zo als vijftig jaar geleden; alleen het gesprek over de politiek klinkt heel anders.
Toen de eerste schrik van de oorlog voorbij was, brachten wij het jaar door zoals nu. In werktijd: En buiten werktijd: familiebezoek, vakantiereizen naar Frankrijk; sport, seks, kopjes koffie, glazen wijn; muziek, literatuur - zo was het toen ook. Er kwam minder seks voor in de krant en op televisie die net begon; niet in de achterkamertjes. Er werd minder wijn gedronken en er reden minder auto's; die tekorten zijn geleidelijk opgeheven.
Veranderd is intussen onze visie op het vervolg van de wereldgeschiedenis. Wij worden niet langer bedreigd, en hebben geen partij te kiezen. De atoombom hebben wij uit onze gedachten gezet; voor knechting door de Russen bestaat geen vrees meer; en zelfs de Chinezen steken zich in kantoorpakken. Tot ver in de vorige eeuw sloegen communistische partijen een toon aan in de politiek. Anderzijds waren er sympathisanten met Amerika, Vietnam of geen Vietnam. Iedereen was min of meer links of rechts, voor gelijkheid en inspraak of voor ondernemingslust en gezag.
Wat er van die opvattingen over is, wordt zelden meer gehoord. De wereld is waar het maar kan een grote geldverdieners- en beleggerstroep. Het enige principe van politieke ordening dat in discussie komt is dat van de mensenrechten, waar de adem over ingehouden wordt op lastige diplomatieke diners. - Zo'n wereld zonder bedreiging en partijkeuze was vijfentwintig jaar geleden onvoorstelbaar. Je had de goeden en de kwaden, en geredekavel over welke van de partijen het een of het ander was.
Missen wij die tijd? Sommigen van ons. De meesten wilden niet altijd doorgaan over dezelfde principes. Bovendien blijken verscheidene menslievende principes bij consequente toepassing te duur te worden.
De toestand is verklaarbaar en tegelijk wonderlijk. Hebben wij niets meer om ons over op te winden dan privéaangelegenheden? Mensenrechten: te ver weg. Broeikaseffect: te negatief, wij zouden van alles af moeten schaffen.
Wij doen maar onze bescheiden zaakjes, omgeven door een vuurwerk van miljarden in contracten en projecten, fusies en overnames. Hoe lang zal het doorgaan, hoe lang houden wij het uit zonder principiële neutraliteit? Er moet iets komen op den duur, dat kan niet anders. Denk eens terug aan 1975; en ga dan gissen naar 2025.
Wij leven in een pauze tussen twee tijdvakken. Dat is tenminste niet ondenkbaar; en de gedachte alleen brengt al enige spanning in onze wereld van geld en techniek.
In afwachting van de toekomst houdt het Maandblad andere discussies gaande. Arnon Grunberg zoekt naar het wezenlijke element in kunst. F.A. Muller voert ons de wonderlijke wereld der wetenschappers in. René Hesselink corrigeert moderne ideeën over Wittgenstein. F. Lanzing verscherpt onze ideeën over leven en werken van het knil. Emanuel Overbeeke onderzoekt postmoderne interpretaties van Bach; Hans van Straten onthult wat W.F. Hermans afkeurde in zijn eigen poëzie; Willem Wansink probeert in het voetspoor van de media de ‘nieuwe’ generatie Duitse schrijvers te vinden. Zelden heeft een nummer zo'n intellectuele lading meegevoerd. Ontspanning moet gevonden worden bij proza van Saskia van der Valk en in de poëzie van drie ons vertrouwde dichters: Emma Crebolder, Jan Lemmens en Gerry van der Linden. Het is bijna teveel voor één keer; gelukkig is dit een dubbelnummer. - jjp