Hollands Maandblad. Jaargang 2000 (626-637)(2000)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Patty Scholten Lippizaner paarden in Wenen De kroonluchters zijn groter dan de paarden, die dapper stappen door de zaal. Ze moeten zo vreemd bewegen, dansen op vier voeten, zich hoog verheffen boven bruine aarde. Quadrille, pas de deux zijn hier de waarden, met klontjes om hun kunsten te verzoeten. De rijder licht zijn zwarte steek als groet en zij briesen vlokkend in hun witte baarden. Het uur is om. Ze moeten weer naar stal. Opdat zo'n Tessa, Basowitz of Nina zich niet te lang en zwaar vermoeien zal. De box gaat dicht. Een lange dag en nacht staat in het stro een prima ballerina, vermomd als paard, dat zich verveelt en wacht. [pagina 35] [p. 35] De zeekat De armen tot een snuitje opgepropt, een rond, plat lichaam komt er achteraan. Een afgezant van Mars of van de Maan, per ufo hier als kolonist gedropt. Hij flitst met kleuren; teken dat dit klopt en kijkt me somber en nadenkend aan. Voor hem ben ik, als aardse onderdaan, een wezen waar hij ernstig over tobt. Hij wil me voelen, steekt twee armen uit, maar stuit slechts op de koude, glazen ruit. We kijken elkaar aan, kosmopolieten. Hij zwemt hier al miljoenen natte jaren, lang voordat mensen nog maar vissen waren. Koppotige: kind van de ammonieten Vorige Volgende