ken de televisiecamera's op bij de hoofdkantoren van de politieke partijen. Iedere persconferentie wordt integraal uitgezonden door Phoenix, de politieke zender van ard en zdf. Het maakt geen verschil of het om Düsseldorf gaat of om Wiesbaden waar cdu-premier Roland Koch in scherpe bewoordingen opheldering heeft geëist over de twintig miljoen mark die illegaal op de rekeningen van zijn partij in Zwitserland en Liechtenstein terecht gekomen zijn. Zelfs de obscure Mauerstrasse in Berlijn, vlak bij het vroegere Checkpoint Charlie, is een nationaal begrip geworden, omdat het partijbureau van de cdu daar een tijdelijk onderkomen heeft gevonden dat permanent door journalisten wordt belegerd.
‘Ze zijn allemaal hetzelfde, de vroegere communisten en de huidige kapitalisten,’ klaagt een oudere vrouw uit het Oost-Duitse Magdeburg voor de camera. ‘Die sind auch nicht besser als die, die wir früher hatten. We hebben de ene corrupte kliek ingewisseld voor de andere.’ Ze beleeft het eerste grote schandaal sinds de Wende, en dat komt aan. Als Oost-Duitse die de oorlog meemaakte, stelt zij hoge morele eisen aan de politiek: machtsmisbruik moet worden bestraft. Ze wil zich niet nog eens onderwerpen aan een leider die een loopje neemt met waarheid en wet.
De schok zit diep, misschien wel dieper in het oosten van Duitsland dan in het westen. In de Süddeutsche Zeitung analyseert de Beierse politicoloog Werner Patzelt dat het Westen na de Tweede Wereldoorlog heeft geleerd schandalen te hanteren door met cynisme daarop te reageren. Het Oosten daarentegen is onervaren en weet niet waar de valkuilen van de democratie zich bevinden. ‘Er waait een ijzige wind over het tere plantje van de democratie in het Oosten,’ weet Patzelt die in Dresden doceert.
In 1989, in 1990 en ook in 1994, riepen ze op de marktpleinen van de vroegere ddr in koor ‘Helmut, Helmut, Helmut’, ‘Deutschland, Deutschland’ en daarbij zwaaiden ze met de zwart-rood-gele vlag waar de hamer-en-de-sikkel was uitgeknipt. Inmiddels is tweederde van de Oost-Duitsers zijn vertrouwen in de democratie kwijtgeraakt. Reinhard Höppner, minister-president in Saksen-Anhalt, wees er onlangs op dat dit soort zaken bijdraagt aan het feit dat de Mauer in den Köpfen, de mentale muur tussen Oost en West, groeit. In dit verband is het begrijpelijk dat de laatste ddr-minister van economische zaken, Gerhard Pohl, zijn christen-democratische vrienden in het Oosten heeft opgeroepen zich van de West-Duitse moederpartij af te splitsen.
In Die Zeit waarschuwt Peter Altmaier, de jonge cdu-afgevaardigde uit het Saarland, voor de gevolgen van de implosie van Kohls imperium. De stabiliteit van het democratische stelsel is in gevaar, meent hij. De onthulling van het feit dat Kohl, Kanther, Weyrauch en Casimir Prinz zu Sayn-Wittgenstein jarenlang de grondwet hebben geschonden, zal de relatie tussen de burgers en de staat negatief beïnvloeden, weet Altmaier, die overigens vloeiend Nederlands spreekt. Hij heeft het over een Griekse tragedie. Anderen noemen het een Shakespeariaans drama. Nog geen drie maanden geleden werd Kohl, de eeuwige kanselier, samen met Bush en Gorbatsjov bewierookt, omdat de Wiedervereinigung zonder bloedvergieten was voltrokken. Nu lijkt hij als Macbeth zijn onafwendbare ondergang tegemoet te wankelen, en zijn land mee te sleuren.
Altmaier is somber. De werkelijkheid is evenwel dat affaires ook zuiverend kunnen werken. Dat geldt zowel voor de geheime geldstromen van Kohl als voor de trips van Rau. Al roept de Oost-Duitse pds dat de Parteispendenaffäre tot een ‘staatscrisis’ heeft geleid, inmiddels wordt allang weer gehunkerd naar de catharsis. De burgers zijn het beu om elke avond te worden geconfronteerd met nieuwe feiten. Volgens bondskanselier Gerhard Schröder is de Duitse democratie niet eens in gevaar. Er is slechts sprake van een partijcrisis, beweert hij, en de buitenlandse pers neemt dat standpunt meer en meer over. Met een catharsis, zegt Altmaier echter, moet je oppassen: in een Griekse tragedie wordt altijd eerst de held opgeofferd, maar blijft het dilemma onopgelost. Nog is het in Duitsland niet zover.
Altmaier legt wel de vinger op de zere plek. Duitsers leven in een droomwereld. Ze hebben mythes nodig, dappere krijgers (Recken heten die hier zonder ironie) en echte leiders waarnaar ze kunnen opkijken. Liberalisme wordt in dit land klein geschreven, en nog steeds is onbewust de collectiviteit dominant over het denken aan individuele verantwoordelijkheid. Duitsers houden van sprookjes, van de Nibelungen-sage, van heldendichten en oeroude Germaanse begrippen als kameraadschap, dienen, eer, trouw, plicht, gemeenschap en Sippe - de familieclan. Zo ziet ook het antieke denkpatroon van Helmut Kohl eruit.