Hollands Maandblad. Jaargang 2000 (626-637)(2000)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Ithaka herzien Paul van den Hoven Het strand raakt leeg. Ook deze keer zal ik bij thuiskomst niemand zijn. Er vloeit geen bloed voor mij, geen wijn. Een meeuw begint zijn vaart te breken. Hij zet zich op een meerpaal neer, verandert in zijn eigen teken. In feite miste ik het geloof om zonder goddelijk decreet te doen wat ik bij voorkeur deed. Tot in mijn pastorale dromen hield ik de uitgang in het oog, alsof ik stond op vreemde bodem. Hoe vaak niet heeft een varkenspruik mijn diepgeplante redelijkheid gekrenkt en om de tuin geleid. Ik kreeg een zwak voor kannibalen, voor hoofden, zuinig in gebruik, waarin een leger kon verdwalen. En ik doorzag het spel: het licht dat kierde uit ons schedeldak ontsloot geen nieuwe wetenschap maar een spelonk vol zelfportretten. Wij plakten wol op ons gezicht, verborgen onze amuletten en imiteerden schapelucht. Ik zag te laat dat echt bedrog, zoals het mengsel in een trog, niet enkel schillen moest bevatten maar ook een partje van de vrucht. Het oog dat ons bekeek werd zwarter. [pagina 26] [p. 26] De maan veegt in een wolk van krijt een schoolbord met haar puimsteen schoon. Een zwerver groet, vraagt vindersloon. Ik maak mijn caritas te gelde en scheld hem deels zijn lasten kwijt: beleefder kan een mens niet schelden. Al weten wij, los van elkaar, dat als wij wisselen van plaats ons lot zich nauwelijks verbaast, voorlopig zal ik het waarderen indien zijn hand, als met een schaar, mijn offer losknipt van mijn kleren. Tezeer verdiept in ons verschil zien hij noch ik hoe verderop een meeuw zich uitvouwt langs zijn kop en met wiskundige precisie - niet meer verwachtend dan zijn deel - de weg volgt van zijn uitverkiezing. Vorige Volgende