Dat Mozes u uw ontrouw zou vergeven heb ik altijd al voorspeld, zoals ik u ook heb voorspeld dat hij in de gaten zou krijgen dat u hem financieel uitkleedde.
U had van zijn meubilair af moeten blijven. Een ontbrekend meubelstuk valt ook veel te veel op.
Maar kop op, u vindt wel weer een nieuw huis. Ik zit zelf nogal krap de laatste jaren, maar voor een kopje soep of een klein biefstukje kunt u altijd bij mij terecht.
De gedachte om wraak te nemen op Mozes moet u echt uit uw begeerlijke hoofdje zetten.
Iedereen heeft recht op een paar zwakke momenten in zijn leven, maar u heeft uw rantsoen voor dit jaar al opgemaakt.
U hoeft verder niet bevreesd te zijn dat ik op een nare manier over u zal schrijven.
Na mijn standaardwerk The mind, the female body and modern philosophy (The Pennsylvania State University Press, 1994) heb ik de filosofie terzijde geschoven.
U moet het maar eens lezen, het is hier en daar nog wel verkrijgbaar. Als uw verpleegstersopleiding maar niet in de knel komt.
Het allerbelangrijkste is nu echt dat u binnenkort uw verpleegstersopleiding afrondt, dat is hoe je het ook wendt of keert uw toekomst.
Reken niet op mij, alstublieft niet, ik heb geen toekomst.
Het zou wel fijn zijn als u mij te zijner tijd kunt helpen met het plascondoom en andere hulpmiddelen voor de oudere man, gesteld dat ik tegen die tijd genoeg verdien om mij een inwonende verpleegster te kunnen permitteren.
Heerlijke courtisane, ook ik verlang naar u en al die dagen dat ik u niet schrijf, denk ik aan u bij het opstaan en bij het naar bed gaan, ook als ik gebruik maak van de wc hoor ik in mijn hoofd uw verrukkelijke stem.
Toch is het maar goed dat u mij vandaag niet te zien krijgt, want ik ben vandaag niet erg mooi.
Het spijt mij bijzonder dat ik u tijdens onze laatste ontmoeting het gevoel heb gegeven dat u niet intelligent was. Dat is projectie, mijn geliefde courtisane.
U bent wel intelligent en hoe.
U bent een van de meest intelligente mensen die ik na mijn studie ben tegengekomen.
Nogmaals, u hoeft niet bang te zijn dat ik over u zal gaan schrijven. Mijn laatste filosofische bijdrage dateert zoals u heeft gemerkt van 1994, en mijn uitstapjes op het gebied van fictie en poëzie, waren toch vooral het resultaat van uit de hand gelopen weddenschappen. U kent dat wel, zo'n weddenschap die uit de hand loopt.
Mijn bijdragen voor de krant worden godzijdank door niemand gelezen, het gaat, zoals u misschien weet, om berichten uit de hel, en de hel, die kennen de mensen nu wel.
Bovendien hebben uw ouders geen abonnement, dus waar maakt u zich druk om?
Nee, mijn heerlijke courtisane, alles komt goed.
Heeft u uw andere vrienden al verteld van onze ontmoeting?
Doet u dat toch vooral niet. Niet dat ik een schandaal vrees, maar ik moet aan u denken.
Ik wil niet dat men over u fluistert dat u rondhoereert alsof er geen morgen is.
Dat zou ook uw verpleegstercarrière niet ten goede komen.
Voor de goede orde recapituleer ik nog even de feiten.