Hollands Maandblad. Jaargang 1999 (614-625)(1999)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Sjef Welling Ik mag kijken. Moet wel. Pudding en lollies liggen dwingend onder tricot en ruches. Schichtig schaamdelen lezend als verregend pornoblad versnipperd in de stegen. Uit hun kleren gedonderd: kleedkamerlichamen met jaarringen en oognoesten. Bange spanning voor de evenwichtsbalk van zien en aanraken. De aanblik eeuwig vasthouden. Poseren tot het niet meer hoeft, niet meer kan, niet meer vruchtbaar blijkt. Het - gaat snel trillend rammelend als konijnen speelgoedbeesten met ijzeren sleutels in de rug. [pagina 30] [p. 30] Epiteel Ze is een vrouw achter haar epiteel. Ze is wel prettig om naast te liggen. En als ze mij binnenlaat dan schenken wij elkaar wat in loom in de middag of morsend in de nacht. Ik spreek haar wel eens zo in het voorbijgaan als ze alles heeft gedaan, alles gelezen, zichzelf heeft gekeurd en haar vochtigheid driftig heeft bewerkt. Dan lijkt elk woord van haar stembanden af te rollen maar liggen de zinnen als patiencekaarten in de kamer. Of ik haar begrijp doet er niet zo toe zoveel is er niet om te hebben en om te geven. Zolang ik in haar kan liggen tot zij ophoudt. Zo kom je ze niet vaak tegen. Vorige Volgende