Hollands Maandblad. Jaargang 1999 (614-625)
(1999)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 54]
| |
[pagina 55]
| |
De zuigeling van St. PetersburgHij leeft. Hij ademt. Ademt
héél voorzichtig vloeistof in en uit.
Hij is niet jong of oud, maar wijs: hij heeft een glas
waardoor hij wetend niet kijkt naar de wereld
die vertelt dat hij niet echt bestaat
maar slaapt, zweeft in zijn lichtende cilinder
langs de schorten en de zorgeloze handen
van de wetenschap.
O lieveling: zijn oor, mooi en breekbaar,
wil niet horen wat de één
en dan de ander zegt - de wereld
is een stoet van licht en kou die zich herhaalt.
Hoe guur is het nu in de straten
van St. Petersburg? Komt er vandaag nog iemand
naar hem kijken, haastig, met de geuren
van een buitenwijk nog in zijn jas
om een verhandeling te schrijven
en te sterven in een ver seizoen? Hij kent
die bloei en haar verval niet, steekt,
voor eeuwig haperend in zijn gebed,
jeugd en ouderdom en doem voorbij
en, opgaand in de vloeistof van zijn wet,
luistert hij en kijkt hij in zichzelf
en heeft zich met de deken van zijn rimpels toegedekt.
|
|