Schluss mit lustig
door Willem Wansink
‘Onze ziel brandt.’ - Vroeger was Angelika Beer een pacifist, net zoals Joschka Fischer. Nu is hij minister van Buitenlandse Zaken, en zij defensiewoordvoerster van Bündnis 90/Die Grünen in het parlement. Bijna poëtisch verwoordde zij het dilemma waarvoor De Groenen na de aanvallen op Belgrado stonden. ‘Ik ben vertwijfeld, maar ik twijfel niet.’
Alle diplomatieke middelen waren benut, meende Angelika Beer, en ze zag geen andere mogelijkheid. Haar woorden markeerden het einde van de vredesbeweging. De oorlog om Kosovo
heeft de protestpartij van haar bestaansrecht beroofd, de Duitse pacifisten zijn hun
Heimat kwijt. Joschka Fischer, die elke dag zorgelijker kijkt, bekende dat hij binnen enkele dagen een jaar ouder was geworden. Hij geldt als een gedomesticeerde Groene, maar blijft bovenal een
Verantwortungsethiker. Fischer hanteert een hoge morele norm, en ging omstandig bij zijn geweten te rade. ‘Ja, ik heb alles geprobeerd,’ zei de bewindsman. Hij zette zijn leesbril af: ‘Woorden tellen niet meer. Het had geen zin nog langer weg te duiken.’
Fischer is een atlanticus. Hij kent de Verenigde Staten goed, en Frankrijk nauwelijks. Sinds hij veel op reis moet, staat hij ver af van de intriges om posities en taboes. Als partijgenoten het over hem hebben, wijzen ze naar de wolken: ‘Hij is altijd in de lucht.’ Toen de oorlog een feit was, ging Fischer liever met zijn vriendin winkelen dan op het matje te worden geroepen door de basis.
In zekere zin is ook Fischer een slachtoffer van Milosevic. Gerhard Schröder, de ‘vrolijke’ bondskanselier die plotseling aan het hoofd van een oorlogskabinet bleek te staan, mag de eenzame kanten van zijn bestaan hebben ontdekt, Kosovo heeft Fischer tot een politicus zonder partij gemaakt. Tijdens het debat in de Bondsdag declameerde Christian Ströbele, de leider van de Berlijnse Fundis: ‘Van Duitsland gaat weer oorlog uit. Ik schaam me voor mijn land dat bommen op Belgrado gooit.’ Fischer moet zijn partijlidmaatschap opzeggen, eiste Judith Demba op hoge toon. Zij behoort tot de linkervleugel en ook zij komt uit de hoofdstad. Volgens haar worden de pacifistische principes van de Groenen door de navo geschonden. De partij wankelt op haar grondvesten. Tegenover Die Zeit uitte de politicoloog Ernst-Otto Czempiel het vermoeden dat de lange strijd om de inzet van blauwhelmen in het voormalige Joegoslavië De Groenen al heeft uitgehold. Eind 1995 bereikte die discussie zijn hoogtepunt toen het Duitse parlement met 386 tegen 258 stemmen de inzet van gevechtsvliegtuigen, transporttoestellen en 1500 soldaten in Bosnië goedkeurde.
De kloof tussen Realos en Fundis is groot. Terwijl de topfunctionarissen de militaire actie tegen Servië als de voortzetting van het pacifisme met andere middelen beschouwen, ligt de basis met zichzelf overhoop. Binnen een week keerden honderden Groenen hun partij de rug toe. Stapels jammerbrieven werden bij de afgevaardigden in Bonn bezorgd. Ook op Internet woedde de oorlog. e-mails vol beledigingen en scheldkannonades werden verstuurd. Met Pasen trokken duizenden vredesdemonstranten de straat op. Ook binnen de regerende spd meldden zich de eerste critici. En passant presenteerde de oppositionele pds zich als een Sammelbecken voor teleurgestelde pacifisten. De erfgenaam van de Oost-Duitse regeringspartij sed kan nu even gemakkelijk oogsten, maar de kans is klein dat na de groene pacifisten de rode pacifisten aan bod komen. Toch is alles mogelijk. Umwertung aller Werte: in een land waar elke generatie bij ‘af’ moet beginnen, zou dit niet de laatste paradox zijn.
De cesuur tussen gefaseerde afzijdigheid en directe participatie voltrok zich in de vroege avonduren van woensdag 24 maart. Voor het eerst sinds 54 jaar werden Duitse gevechtseenheden actief op de Balkan. Zo raakte nog vóór de officiële Umzug naar Berlijn de Bonner Republik op drift. Na veertig jaar oefenen onder het toeziend oog van de geallieerden, werd afscheid ge-