Hollands Maandblad. Jaargang 1999 (614-625)(1999)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Wim Brands Het alledaagse kent geen sleur. Ik word 's ochtends gewekt door kinderstemmen achter mijn hoteldeur; breng met mijn washand een volle bus tot stilstand; vraag iedereen wanneer ze zijn geboren; bezoek dan het hoogste gebouw van de stad; vraag aan de portier of ik hier woon en terwijl ik daar sta, hij zichzelf meetroont, niet verbaasd zijn als hij terugkomt met een spartelend ja. [pagina 62] [p. 62] Mijn bijna dode hond blaft zichzelf nog een keer wakker en waggelt in het rond. Mijn bijna dode hond zoekt in zijn mand zijn ziel. De ziel van een dier bestaat niet en is als een nieuw nest zo rond. [pagina 63] [p. 63] Het was zes uur in de ochtend toen de telefoon ging. Ik hoorde luid ademen, toen een naam, gefluisterd, en ik wist dat het mijn jeugdvriend was. Het web sloot zich, hij werd nu ook al afgeluisterd. Of ik kon komen. Hij noemde cel en tijd. Waarna hij ophing. Voor het raam overdacht ik ons lot. Ik kon het dromen. [pagina 64] [p. 64] Peter Vos, uit de serie ‘De walrus en de timmerman’, pentekening, 10,5 × 15 cm [Niet te koop] Vorige Volgende