Klop klop veertig
door Maarten Doorman
Niet zo lang geleden vierde ik mijn veertigste verjaardag en nu volgt het Maandblad. Ik heb het niet zo op levensbeschouwing en reflectie en ik heb bij mijn eigen verjaardag niet langer stil gestaan dan de eerste fles wijn. Bij het Maandblad kom ik daar voor mijn gevoel niet helemaal onder uit omdat het niet mijn eigen veertig jaar waren.
Als beginnend dichter heb ik wel eens wat opgestuurd naar het Maandblad, toen nog geredigeerd door een zekere K.L. Poll. Hij stuurde het terug met twee welwillende regeltjes van afwijzing waarop ik mijzelf nu ook wel eens betrap: hoop geven maar niet te veel. Wat me voor hem in nam was dat hij de gedichten retourneerde met een paar in dun potlood gestelde kanttekeningen. Eén herinner ik me nog, bij de woorden ‘dan schetteren trompetten’. Daar stond in de marge snedig naast gekrabbeld: te luid.
Een paar jaar later kwam ik hem tegen in de trein, tenminste: hij zat schuin tegenover mij in de trein. Hij las een boek. Ik ook. Waarom elkaar lastig vallen, dacht ik. Een paar jaar later ging hij dood. Dat had hij misschien niet moeten doen maar vanwege mijn gebrekkig vermogen tot reflectie en levensbeschouwing kan ik daar niet goed over oordelen. Ik had ook kunnen schrijven dat hij leefde in die trein en dat beter niet had kunnen doen. Enfin, ik heb er niet voor geleerd.
Pas sinds vijf jaar is het Maandblad deel van mijn leven. Niet lang daarvoor sprak ik een dochter van K.L. Poll. Dat gesprek duurde veertig minuten en ging uitsluitend over gymschoenen. In zekere zin was het mijn derde ontmoeting met K.L. Niet lang daarna belde zij me op en vroeg me of ik Hollands Maandblad - het was een logica waar ik niet onderuit kon. Later legde Hans Ree mij uit, ook in Hollands Maandblad, dat ik eigenlijk niks van logica begreep. Maar dat was te laat. Bovendien begrijpt hij het ook niet.
Veel literaire tijdschriften lijken op elkaar. Sommige niet (we leggen de lat op 1 meter 50): De Gids lijkt op ons maar heeft meer last van het verleden en is bovendien nog altijd te academisch en te wisselvallig. De tweede ronde verdient een plaats want ze hebben ‘light verse’ en consequent vertalingen van buitenlandse literatuur. Raster is goed op zijn tijd, alleen is het meer een boekje dan een tijdschrift, zoals Hard gras en trouwens ook De tweede ronde. Misschien wordt het nog eens wat met De Revisor, maar ik denk het niet. Lust en gratie zou boete moeten krijgen in plaats van subsidie, want een tijdschrift moet het open podium zoeken en niet de segregatie - een stuk of een gedicht is niet goed omdat het van vrouwen is maar omdat het goed is.
Hollands Maandblad steekt erbovenuit, laat ik mijzelf er maar eens hartelijk mee feliciteren want ik ben dat met mijn eigen veertigste helemaal vergeten. We krijgen niet altijd de schrijvers die we verdienen, noch de lezers (ik bedoel: het aantal lezers). We zijn ongelooflijk ontevreden over hoe het gaat. Al hebben we sinds een aantal jaren prachtige illustraties, poëzie waarin we geloven, verhalen van schrijvers die er mogen zijn en essays waar velen onbegrijpelijkerwijs aan voorbij gaan. Laat ik mij maar eens op de gezwollen borst kloppen. Schrijft u maar in de marge: te luid.
Maarten Doorman is sinds 1994 redacteur van Hollands Maandblad.